Faxfuncties
4
Druk op OK wanneer DRPD verschijnt en begin opnieuw
vanaf stap 2.
• Als u uw faxnummer wijzigt of als u het apparaat
aansluit op een andere telefoonlijn, moet u DRPD
opnieuw instellen.
• Nadat u DRPD hebt ingesteld, belt u opnieuw naar uw
faxnummer om te controleren of het apparaat
antwoordt met een faxtoon. Bel vervolgens naar een
ander nummer dat aan dezelfde lijn is toegekend om te
controleren of de oproep wordt doorgeschakeld naar
uw intern telefoontoestel of naar het antwoordapparaat
dat is aangesloten op de EXT-uitgang.
23
Ontvangen in veilige ontvangstmodus
Mogelijk wilt u niet dat faxberichten die tijdens uw afwezigheid
binnenkomen door anderen worden bekeken. Als u de veilige
ontvangstmodus inschakelt, worden alle inkomende faxen in het
geheugen opgeslagen. U kunt de faxen vervolgens afdrukken
door het wachtwoord in te voeren.
Als u de veilige ontvangstmodus wilt gebruiken, moet u
het menu activeren via
Faxfunctie > Veilige ontv. op het bedieningspaneel.
Of selecteer Instelling > Apparaatinst. > Volg. > Fax
instellen > Veilige ontv. op het aanraakscherm.
Ontvangen faxen afdrukken
1
Selecteer
(Faxen) > Menu > Faxfunctie > Veilige
ontv. > Afdrukken op het bedieningspaneel.
Of selecteer Instelling > Apparaatinst. > Volg. > Fax
instellen > Veilige ontv. > Afdrukken op het
aanraakscherm.
2
Voer een wachtwoord van vier cijfers in en druk op OK.
3
Alle in het geheugen opgeslagen faxberichten worden
afgedrukt.
4. Speciale functies
113
(Faxen) > Menu >