Afdrukmateriaal en lade
1
•
Houd bij de keuze van enveloppen rekening met de volgende
factoren:
-
Gewicht: niet zwaarder dan 90 g/m
enveloppen vastlopen.
-
Samenstelling: plat liggend met minder dan 6 mm
opkrullende rand, zonder lucht.
-
Toestand: geen gekrulde, verkreukelde of beschadigde
enveloppen.
-
Temperatuur: dienen tegen de warmte en druk van het
apparaat in werking te kunnen.
•
Gebruik alleen goed gevormde enveloppen met scherpe
vouwen.
•
Gebruik geen afgestempelde enveloppen.
1
Hendel
2
, anders kunnen de
•
Gebruik geen enveloppen met sluithaakjes, knipsluitingen,
vensters, gecoate binnenbekleding, zelfklevende sluitingen
of andere synthetische materialen.
•
Gebruik geen beschadigde enveloppen of enveloppen van
slechte kwaliteit.
•
Controleer of de naad aan beide uiteinden van de envelop
helemaal doorloopt tot in de hoek.
1
Aanvaardbaar
2
Onaanvaardbaar
•
Enveloppen met een verwijderbare strip of met meer dan één
zelfklevende vouwbare klep moeten van een kleefmiddel zijn
voorzien dat gedurende 0,1 seconde bestand is tegen de
fixeertemperatuur van het apparaat (ongeveer 170 C). De
extra kleppen en strips kunnen kreuken, scheuren en
papierstoringen veroorzaken, en kunnen zelfs de
fixeereenheid beschadigen.
•
Voor de beste afdrukkwaliteit plaatst u de marges best niet
dichter dan 15 mm van de rand van de envelop.
•
Druk niet af op de plaats waar de naden van de envelop
samenkomen.
2. Menuoverzicht en
56
basisinstellingen