Installeren van een stuurprogramma over het netwerk
7
Macintosh
1
Controleer of het apparaat met uw netwerk is verbonden en
ingeschakeld is. Het IP-adres van uw apparaat moet reeds
ingesteld zijn (zie "Het IP-adres instellen" op pagina 13).
2
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
3
Dubbelklik op het pictogram in de vorm van een cd-rom op
het bureaublad van uw Macintosh-computer.
4
Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram
Installer OS X.
5
Voer het wachtwoord in en klik op OK.
6
Klik op Volgende => Ga door (10.4).
7
Lees de gebruiksrechtovereenkomst en klik op Volgende
=> Ga door (10.4).
8
Klik op Akkoord als u akkoord gaat met de
gebruiksrechtovereenkomst.
2. Een via een netwerk aangesloten
9
Selecteer Eenvoudige installatie => Standardinstallatie
(10.4) en klik op Installeer. Eenvoudige installatie =>
Standardinstallatie (10.4) wordt aanbevolen voor de
meeste gebruikers. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn
voor apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd.
Als u Aangepaste installatie => Maak installatie
ongedaan (10.4) selecteert, kunt u aangeven welke
afzonderlijke onderdelen u wilt installeren.
10
Op het computerscherm verschijnt een waarschuwing dat
alle programma´s worden afgesloten. Klik op Volgende =>
Ga door (10.4).
11
Selecteer Typische installatie voor een netwerkprinter
en klik op OK.
12
Het programma SetIP wordt automatisch uitgevoerd.
13
Klik op OK om door te gaan met de installatie.
14
Het venster Faxwachtrijmaker verschijnt tijdens de
installatie.
•
Als uw apparaat de faxfunctie niet ondersteunt, klikt u
op Annuleren om door te gaan naar de volgende stap.
•
Als uw apparaat de faxfunctie ondersteunt, selecteert u
de apparaatnaam in de lijst Printernaam en klikt u op
Maken. Als het bevestigingsvenster verschijnt, klikt u
op OK.
23
apparaat gebruiken