Afdrukfuncties
•
Driver: Hiermee kunt u een ander
printerstuurprogramma bekijken of selecteren. Klik op
Options als u de standaardopties van het apparaat wilt
instellen.
•
Jobs: de lijst met afdruktaken weergeven. Klik op
Cancel job om de geselecteerde taak te annuleren.
Schakel het selectievakje Show completed jobs in om
een lijst met vorige afdruktaken weer te geven.
•
Classes: Hier ziet u de klasse waartoe uw apparaat
behoort. Klik op Add to Class om uw apparaat toe te
voegen aan een bepaalde klasse of klik op Remove
from Class als u het apparaat wilt verwijderen uit een
geselecteerde klasse.
4
Klik op OK om de wijzigingen toe te passen en sluit het
venster Printer Properties.
16
Afdrukken in Unix
Doorgaan met de afdruktaak
Kies na de installatie van de printer een afbeelding, tekst, PS- of
HPGL-bestand om af te drukken.
1
Voer de opdracht "printui <file_name_to_print>" uit.
U wilt bijvoorbeeld "document1" afdrukken.
printui document1
Hiermee wordt Print Job Manager van het UNIX-
printerstuurprogramma geopend waarin de gebruiker
verschillende afdrukopties kan instellen.
2
Selecteer een printer die reeds is toegevoegd.
3
Selecteer de afdrukopties uit het venster, zoals Page
Selection.
4
Selecteer in Number of Copies hoeveel exemplaren u
nodig hebt.
Druk op Properties om gebruik te maken van de
printerfuncties die uw printerstuurprogramma biedt (zie
"Printerinstellingen wijzigen" op pagina 106).
5
Druk op OK om te beginnen met de afdruktaak.
4. Speciale functies
109