Draadloos netwerk instellen
Wizard-modus
1
De interfacekaart voor het draadloze netwerk van het
apparaat zoekt naar draadloze netwerken in de omgeving
en toont de resultaten.
2
Druk op Lijst doorz. > OK > selecteer het netwerk > OK.
U kunt een netwerk selecteren met SSID.
3
Druk op WLAN Beveilig. > OK > Geen > OK.
Ga door met de volgende stap als u een ander bericht ziet.
4
Afhankelijk van het netwerk dat u selecteert zal de WLAN-
beveiligingscodering WEP of WPA zijn.
•
In geval van WEP drukt u op Open systeem of Ged.
sleutel.
-
Open systeem: Verificatie wordt niet gebruikt, en
Codering kan wel of niet worden gebruikt,
afhankelijk van de behoefte aan
gegevensbeveiliging. Voer de WEP Key in nadat u
Open systeem hebt geselecteerd.
-
Ged. sleutel: Verificatie wordt gebruikt. Een
apparaat met de juiste WEP-sleutel heeft toegang
tot het netwerk. Voer de WEP Key in na selectie van
Ged. sleutel.
•
Bij WPA voert u de WPA Key in. De sleutel mag 8 tot
63 tekens lang zijn.
5
Druk op OK.
2. Een via een netwerk aangesloten
Aangepaste modus
1
Voer de SSID in als SSID bewerken op de bovenste regel
van het display verschijnt. Dit is de naam van een
draadloos netwerk. De SSID is hoofdlettergevoelig, dus let
op tijdens het invoeren. Druk op OK.
2
Selecteer het type draadloze verbinding.
3
Druk op OK om de Werkingsmodus te selecteren.
•
Ad-hoc: In deze modus kunnen draadloze apparaten
rechtstreeks met elkaar communiceren in een peer-to-
peer-omgeving. Ga naar stap 4.
•
Infrastructuur: in deze modus kunnen draadloze
apparaten via een toegangspunt met elkaar te
communiceren. Ga naar stap 5.
4
Druk op OK om de Kanaalkeuze te selecteren.
Als u Auto selecteert, worden de kanalen automatisch
ingesteld met de draadloze-netwerkinterfacekaart in uw
apparaat.
5
Druk op OK om de WLAN Beveilig. te selecteren.
•
Geen: Dit wordt gebruikt wanneer de validatie van de
identiteit van een draadloos apparaat en
gegevenscodering niet vereist zijn voor uw netwerk.
Open systeem wordt gebruikt voor IEEE 802.11-
verificatie.
35
apparaat gebruiken