Basisfuncties voor faxen
• U kunt dit apparaat niet als faxapparaat gebruiken via
een internettelefoon. Raadpleeg uw internetprovider
voor meer informatie.
• Wij raden het gebruik van traditionele analoge
telefoondiensten (PSTN: Public Switched Telephone
Network) wanneer u telefoonlijnen aansluit om de fax
te gebruiken. Als u andere internetdiensten (DSL,
ISDN, VolP) gebruikt, kunt u de kwaliteit van de
verbinding verbeteren door gebruik te maken van een
microfilter. Een microfilter elimineert ruissignalen en
verbetert de kwaliteit van de netwerk/
internetverbinding. Aangezien er geen DSL-microfilter
met het apparaat wordt meegeleverd, neemt u best
contact op met uw internetprovider als u er gebruik van
wilt maken.
1
Lijnpoort
2
Microfilter
3
DSL-modem / telefoonlijn
19
Voorbereiden om te faxen
Voordat u een fax kunt verzenden of ontvangen moet u het
meegeleverde telefoonsnoer aansluiten op een
telefoonaansluiting in de wand. Raadpleeg de Beknopte
installatiehandleiding voor informatie over de aansluiting. Het
maken van een telefoonverbinding verschilt van land tot land.
20
Een fax verzenden
U kunt originelen op de glasplaat van de scanner of in de
ADI plaatsen. Als er zich zowel originelen in de ADI als op
de glasplaat van de scanner bevinden, worden de
originelen in de ADI eerst gelezen omdat de ADI een
hogere prioriteit heeft bij het scannen.
1
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte
zijde naar boven of plaats een enkel document met de
bedrukte zijde naar onder op de glasplaat van de scanner
(zie "Originelen plaatsen" op pagina 61).
2
Selecteer
(faxen) op het bedieningspaneel.
Of selecteer Fax > Handmatig verzenden >
(instellingen) op het aanraakscherm.
2. Menuoverzicht en
75
basisinstellingen