Basisfuncties voor faxen
21
Een fax ontvangen
Uw apparaat is standaard ingesteld op faxmodus. Als u een fax
ontvangt, beantwoordt het apparaat de oproep na een
opgegeven aantal belsignalen en wordt de fax automatisch
ontvangen.
22
De documentinstellingen aanpassen
Voordat u een fax verstuurt, wijzigt u de volgende instellingen
overeenkomstig de eigenschappen van het origineel voor een
optimaal resultaat.
• Het openen van de menu's kan verschillen per model
(zie "Toegang tot het menu" op pagina 32).
• Voor bepaalde modellen moet u mogelijk op OK
drukken om naar menu's op lagere niveaus te gaan.
Resolutie
De standaard documentinstellingen leveren goede resultaten
voor een normaal tekstdocument. Als u echter originelen
verstuurt die foto's bevatten of van een slechte kwaliteit zijn, kunt
u de resolutie aanpassen om een fax van een betere kwaliteit te
versturen.
De ingestelde resolutie geldt voor de huidige faxtaak. Zie
de handleiding Geavanceerd om de standaardinstelling
te wijzigen.
1
Selecteer
(faxen) >
Resolutie op het bedieningspaneel.
Of selecteer Fax > selecteer een type fax zoals
Handmatig verzenden, M. hoorn op haak kiezen,
Uitgesteld verzenden enz. >
Resolutie op het aanraakscherm.
2
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
•
Standaard: originelen met tekens van normale grootte.
•
Fijn: originelen met kleine tekens of dunne lijnen, of
originelen die met een matrixprinter zijn afgedrukt.
2. Menuoverzicht en
basisinstellingen
(Menu) > Faxfunctie >
(instellingen) >
78