1 - INLEIDING
Brandblussers geschikt voor het systeem en het gebruikte
type koudemiddel moeten gemakkelijk toegankelijk zijn.
Voor units geïnstalleerd in een ruimte moeten de externe
veiligheidsventielen in principe altijd worden aangesloten op
afvoerleidingen. Raadpleeg de installatievoorschriften,
bijvoorbeeld die van de Europese normen EN 378 en EN 13136.
Deze hebben een dimensioneringsmethode en voorbeelden
voor configuratie en berekening. Onder bepaalde
voorwaarden staan deze normen toe dat meerdere ventielen
op dezelfde afvoerleiding worden aangesloten. Opmerking:
zoals alle andere normen zijn deze EN-normen verkrijgbaar
bij nationale normalisatieorganisaties.
Deze leidingen moeten zodanig worden geïnstalleerd dat
personen en eigendommen niet in contact kunnen komen
met afgeblazen koudemiddel. Deze vloeistoffen mogen
worden afgeblazen in de buitenlucht, maar voldoende ver
verwijderd van de luchtinlaat van het gebouw, of er moet
afvoer plaatsvinden in zulke kleine hoeveelheden waardoor
er voldoende verdunning plaatsvindt.
Het wordt aanbevolen om een koudemiddelindicator te
installeren om aan te geven of een deel van het koudemiddel
via het ventiel is weggelekt. De aanwezigheid van olie bij de
a f b l a a s o p e n i n g i s e e n n u t t i g e a a n w i j z i n g v o o r
koudemiddellekkage. Houd deze opening goed schoon,
zodat eventuele lekkage duidelijk zichtbaar is.
De instelling van een ventiel dat gelekt heeft, is over het
algemeen lager dan zijn oorspronkelijke instelling. De
nieuwe instelling kan invloed hebben op het bedrijfsbereik
van de machine. Om onnodig aanspreken van beveiligingen
of lekkages te voorkomen, moet het ventiel worden
vervangen of opnieuw worden ingesteld.
Zie voor periodieke controle van de overdrukventielen
paragraaf 1.3 "Veiligheidsinstructies voor onderhoud".
Monteer een aftapkraan in het afvoercircuit vlak bij elk
overdrukventiel om condens- of regenwater te kunnen
afvoeren.
Zorg voor goede ventilatie, omdat ophoping van koudemiddel
in een afgesloten ruimte zuurstof kan verdringen en kan
leiden tot verstikking of explosies.
Het inademen van hoge concentraties damp is schadelijk
en kan leiden tot een onregelmatige hartslag, bewusteloosheid
of de dood. Damp is zwaarder dan lucht en vermindert de
hoeveelheid zuurstof die beschikbaar is voor de ademhaling.
Deze producten veroorzaken irritatie van ogen en huid.
Afbraakproducten zijn gevaarlijk.
1.2 - Apparatuur en componenten onder druk
De units zijn bedoeld om te worden opgeslagen en te werken in
een omgeving waar de omgevingstemperatuur niet lager is dan
de laagste toegestane temperatuur zoals vermeld op het
typeplaatje. Zie hoofdstuk "11.2 - Drukvaten".
1.3 - Veiligheidsinstructies tijdens het
onderhoud
De fabrikant beveelt de volgende opzet voor een logboek aan
(de onderstaande tabel is slechts een voorbeeld en behoort niet
tot de verantwoordelijkheid van de fabrikant):
Bezoek
Naam
van de
Datum
Type
(1)
technicus
(1) Onderhoud, reparaties, periodieke controles (EN 378), lekkage, enz.
Van toepassing
Gecontroleerd
zijnde
door
regelgeving
(organisatie)
Werkzaamheden aan elektrische onderdelen of koeltechnische
componenten mogen alleen worden uitgevoerd door
gekwalificeerd personeel.
Reparaties aan koeltechnische onderdelen mogen alleen worden
uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. Dit personeel moet
opgeleid zijn voor en bekend zijn met de apparatuur en de
installatie. Laswerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd
door gekwalificeerd (F-gassen gediplomeerd) personeel.
De isolatie moet worden verwijderd en de warmteopwekking
moet worden beperkt met behulp van een vochtige doek.
Elke bediening (openen of sluiten) van een afsluitklep moet
worden uitgevoerd door een gekwalificeerd en bevoegd
technicus. Deze procedures moeten worden uitgevoerd
terwijl de unit is uitgeschakeld.
OPMERKING: De unit mag nooit achtergelaten worden met
de vloeistofafsluiter in gesloten stand omdat zich vloeibaar
koudemiddel kan bevinden tussen deze afsluiter en het
expansieventiel. (Dit ventiel bevindt zich op de vloeistofleiding
voor de filterdroger.)
Technici die aan de unit werken moeten zijn voorzien van
het volgende:
Persoonlijke
beschermingsuitrusting
(PBU)
(1)
Handschoenen,
oogbescherming,
veiligheidsschoenen,
beschermende kleding.
Smeltzekering
Gehoorbescherming.
Ademhalingsmasker met
filter.
(1) Wij raden aan de instructies in EN 378-3 op te volgen.
(2) Uitgevoerd in aanwezigheid van A1 koudemiddel volgens EN 378-1.
Werk nooit aan een unit die onder spanning staat.
Schakel altijd de hoofdstroom af met behulp van de
hoofdschakelaar(s) in de schakelkast(en) voordat met
werkzaamheden aan elektrische onderdelen wordt
begonnen.
Tijdens het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden aan
de unit moet de elektrische voeding naar de machine zijn
uitgeschakeld en vergrendeld.
Controleer na een onderbreking van de werkzaamheden
altijd of alle circuits nog spanningsloos zijn voordat het
werk wordt hervat.
Zelfs wanneer de unit is afgeschakeld blijft de
h o o f d s t r o o m
beveiligingsschakelaar van de unit of het circuit
open is. Zie elektrisch schema voor nadere details.
Breng geschikte waarschuwingslabels aan.
Controles tijdens de werking:
Belangrijke informatie over het gebruikte koudemiddel:
- Dit product bevat HFK-koudemiddel dat onder het Kyoto-
protocol valt.
Koudemiddeltype: R-134A
Aardopwarmingsvermogen (GWP): 1430
1.
Voorkom dat koudemiddel kan vrijkomen uit de
unit. Zorg dat koudemiddel gedurende
installatie, onderhoud of verwijdering nooit kan
ontsnappen naar de atmosfeer. Wanneer een
lek van gefluoreerd gas wordt geconstateerd,
moet het lek zo snel mogelijk worden gedicht
en gerepareerd.
NL-5
Bedrijf
Onderhoud,
Lassen of
Vervoer
service
hardsolderen
x
x
x
b e k r a c h t i g d ,
t e n z i j
HYDROCIAT™ LW ST/HE
(2)
x
x
x
d e