10 - OPTIE LICHT- EN LAGE BRIJNTEMPERATUUR MET ETHYLEEN- EN
PROPYLEENGLYCOL
10.3 - Beschrijving
Optie 33 verbetert de corrosiebestendigheid dankzij 90/10 koper-
nikkel-buizen in de condensor. Deze wordt geadviseerd bij gebruik
van zeewater aan de condensorzijde. De verbeterde
corrosiebestendigheid wordt gewaarborgd door een passiveerfilm
in de buis.
10.4 - Condensordebiet
Teneinde de film niet voortijdig af te breken, verdient het aanbeveling een goed waterdebiet te waarborgen conform de volgende
tabel.
Units met standaard rendement
LW ST
Condensordebiet,, l/s
Minimum
Maximum
Units met hoog rendement
LW HE
Condensordebiet, l/s
Minimum
Maximum
10.5 - Bedrijfsgrenswaarden voor
HYDROCIAT LW ST HE units met 90/10 koper-
nikkel-buizen
HYDROCIAT LW ST HE
Verdamper
Waterintredetemperatuur bij opstart
Wateruittredetemperatuur tijdens bedrijf
Intrede-/uittredetemperatuurverschil bij vollast
Condensor
Waterintredetemperatuur bij opstart
Wateruittredetemperatuur tijdens bedrijf
(1) Bij lagetemperatuurtoepassingen, waar de uittredetemperatuur van het water
lager is dan 3,3 °C, moet een antivries-oplossing worden toegevoegd. Zie de
optie brijnoplossing van lage temperatuur.
(2) Voor lagere condensortemperaturen moet een waterdebietregelklep worden
gebruikt op de condensor (2- of 3-wegklep). Zie optie 152 om de juiste
condensatietemperatuur te waarborgen.
(3) Für Anwendungen mit hoher Austrittstemperatur am Verflüssiger siehe die
Option Hohe Verflüssigungstemperatur (bis zu 63 °C).
Verdamperwateruittredetemperatuur, °C
Van ca. 45% tot vollast
Deellastlimiet ca. 35%
Minimum belastingslimiet ca. 15%
708 858 1008 1300 1302 1500 1508 1900 2100 2300 2308 2800 3000 3008 3400 3800 4200 4600 4408 4608
7
7
7
10
10
10
14
14
14
20
20
20
1328
1528
1928
13
13
21
25
25
37
Min.
°C
-
°C
3,3
(1)
2,8 K
11,1 K
°C
13,0
(2)
°C
19,0
(2)
45,0
Deze film ontstaat wanneer zeewater door het systeem stroomt.
Condensorbuizen en pijpplaten zijn behandeld. Houd er rekening
mee dat waterboxes niet zijn behandeld tegen corrosie, deze zijn
van gietijzer.
10
14
14
14
21
20
27
27
27
36
2128
2328
2628
21
21
27
37
37
55
10.6 - Installatie en onderhoud
Installatie:
Wanneer het zeewater voor een nieuw systeem schoon en niet vervuild
Max.
is, zal de circulatie door het systeem de materialen in staat stellen een
beschermende film te vormen die de corrosie doet afnemen tot zeer
35,0
lage niveaus. Echter, in de meeste gevallen is het zeewater vervuild
en is het wenselijk maar vaak ook essentieel om voorzorgsmaatregelen
20,0
te nemen zodat de materialen de beschermende film vormen.
Voor het eerste gebruik moet het systeem worden gevuld met zoet
water dat 5 ppm ijzersulfaat bevat en dit moet gedurende een dag in
-
het systeem blijven.
(3)
Het beste criterium voor een correcte behandeling van het systeem is
het uiterlijk van het binnenoppervlak van de leidingen en buizen. Deze
moet roodbruin van kleur zijn. De hiervoor beschreven behandelingen
kunnen zo vaak als nodig worden herhaald om de film te creëren en
bovendien, omdat ijzersulfaat een veilige inhibitor is, zullen geen
problemen optreden door overdosering.
Een goede aarding van het systeem is nodig om het risico van
galvanische corrosie te minimaliseren.
Om een lange levensduur van koper-nikkel-buizen te garanderen en
daarmee een goede corrosiebestendigheid, verdient het aanbeveling
het waterdebiet de eerste twee maanden na opstarten niet te
onderbreken, om corrosie onder aanslag (pittingcorrosie) te vermijden
en het opbouwen van een homogene beschermlaag te ondersteunen.
Onderhoud:
Om de levensduur en het rendement van een condensor te verbeteren,
wordt geadviseerd de interne buistoestand te inspecteren en elke 3
maanden te reinigen. Voor deze inspectie, moet verwijderbaar
leidingwerk worden geïnstalleerd.
Wanneer units buiten bedrijf zijn gedurende meer dan 2 dagen,
bijvoorbeeld in een droogdok of tijdens lange reizen, moeten deze
worden afgetapt, gespoeld met zoet water en dan gedroogd. Wanneer
deze vol blijven staan met zeewater kan pittingcorrosie zich ontwikkelen
vanwege het vrijkomen van zuurstof uit stilstaand zeewater.
NL-39
19
19
19
31
31
31
38
38
37
56
56
56
3028
3428
3828
27
31
31
55
56
56
HYDROCIAT™ LW ST/HE
31
37
37
56
74
74
4228
4628
55
55
110
110