7.2
Waaier
Het doel van deze handleiding is u te helpen om toepassingsproblemen te herkennen die
bij normaal gebruik zo nu en dan kunnen optreden bij flexibele waaier toepassingen.
Rubber is een 'levend' materiaal. Om deze reden dienen waaiers die lange tijd niet gebruikt
worden op een donkere en koele plaats te worden opgeslagen. De levensduur van de
waaier wordt sterk beperkt als de waaier regelmatig droogloopt en door een te hoge druk
en/of temperatuur. Voor een lange levensduur raden wij u aan om de pomp te gebruiken bij
temperaturen tussen +10° en +50°C.
Probleem 1
Schade aan de schoepen, vooral in het midden van de
waaier.
Oorzaken
Cavitatie.
Veiligheidsmaatregelen
Verlaag de pompsnelheid. Vergroot de diameter van de
aanzuigleiding. Beperk indien mogelijk de lengte van de
aanzuigleiding
Probleem 2
Het oppervlak lijkt verkoold (hard en vertoont barsten).
Oorzaken
Drooglopen.
Veiligheidsmaatregelen
Laat de pomp niet langer dan 30 seconden droog draaien.
Plaats het leidingwerk zo dat de vloeistof in de pomp blijft
aan de perszijde. Zo voorkomt u dat de pomp langer dan
30 seconden droogloopt. Plaats een droogloopbeveiliging.
Probleem 3
De schoepen vertonen halverwege barsten.
Oorzaken
Normale levensduur van de waaier is bereikt.
Andere oorzaken zijn een te hoge persdruk of de
vloeistoftemperatuur is groter dan 55ºC.
Veiligheidsmaatregelen
Beperk de uitlaatdruk door de pompsnelheid te verlagen
en/of de diameter van de uitlaatleiding te beperken. Beperk
de lengte van de leiding en de begrenzingen. Beperk de
temperatuur van de vloeistof.
37
A.0100.302 – IM-FIP/09.00 NL (01/2016)