Programmacyclus ééntraps met servomotor
Startvoorwaarden :
– spanning aanwezig
– ketelbeveiligingen gesloten
– ketelregelaar gesloten
– branderautomaat in startpositie
(wit veld van de storingsaanwijzer)
Nulleider aan klem N van aansluitstekker X6
Spanning aan L over F11 naar T1, over regelaar F3 naar T2
van aansluitstekker X6
Gasdrukvoeler S11 is ingedrukt, spanning op A1; klem 9.
Via overbruggingsstekker X3:10 komt spanning op klem 1
van de branderautomaat
Storingsafschakeling in het begin van het blauwe veld van
de storingsaanwijzer
De servomotor loopt open
Eindschakelaar I in de servomotor wordt in vollastpositie
ingeschakeld; de brandermotor start
– spanning op klem 4 van X4, X3:2 en X3:3
Storingsafschakeling op de rode lijn
Storingsuitschakeling in het blauwe veld van de storingsaanwijzer
Servomotor wordt na de voorspoeltijd opnieuw naar de stand
DICHT (ontstekingsstand) gestuurd
Ontsteking wordt ingeschakeld (oranje veld)
– de ontsteking is hoorbaar
Het magneetventiel opent (begin geel veld)
- de gasdruk op de aangesloten U-buis-manometer daalt
De vlam wordt gevormd. Na het afschakelen van de ontsteking
is de ionisatiestroom voldoende groot (5µA)
Branderafschakeling, onmiddellijk gevolgd door nieuwe start
Ontsteking schakelt uit, brander "bedrijf deellast"
– storingsaanwijzer in het rode veld
De servomotor loopt na het openen van het magneetventiel
na een korte vertragingstijd naar vollast
Branderafschakeling, onmiddellijk gevolgd door nieuwe start
Brander in bedrijf
– storingsaanwijzer aan het einde van het groene veld
24
Neen
Ja
Ja
Neen
Neen
Ja
Neen
Ja
Ja
Neen
Ja
Neen
Neen
Ja
Neen
Ja
Neen
Ja
Neen
Ja
Ja
Neen
Neen
Ja
Ja
Neen
Programma van de branderautomaat kan niet starten.
Ionisatiestroom reeds aanwezig
– vreemd licht – automaat defect
Programmacyclus loopt constant verder
– luchtdrukvoeler S10 reeds voor de start geschakeld
– overbruggingsstekker X3:10 ontbreekt
Storingsafschakeling op de rode lijn
– spanning aan klem 3 en 1, alsook aan klem 5 en de nulleider aan klem 6
van de servomotor (X4) controleren
– werking servomotor controleren
Storingsafschakeling op de rode lijn
– "open"-melding van de servomotor aan klem X4:14 controleren
– spanning en nulleider aan stekker X3:3 controleren
– werking motor testen - condensator C1 controleren
Luchtdrukvoeler S10 is niet geschakeld
– met duspol controleren of S10 na de motorstart schakelt
– aansluitingen in volgorde controleren :
S10, Y1 (en elektrische doorgang op Y1 nazien)
– werking van de luchtdrukvoeler controleren
Terugschakelen van de luchtdrukvoeler in rustpositie
Aansluiting servomotor aan X4:2 en X4:5 controleren
Storingsafschakeling in het gele veld (na de veiligheidstijd)
– primaire aansluiting van de ontstekingstrafo T1 aan stekker X3:4 controleren
– werking ontstekingstrafo controleren
Storingsafschakeling in het gele veld (na de veiligheidstijd)
– geen brandstoftoevoer – werking magneetventiel controleren
Storingsafschakeling in het gele veld (na de veiligheidstijd)
geen ionisatiestroom
– instelling van gas en lucht controleren
– ionisatiekabel- en elektrode controleren
– controleren of fase en nul van de voeding juist zijn aangesloten
Contact van de gasdrukvoeler opent door te lage gasdruk
– instelwaarde gasdrukvoeler controleren
– evtl. gasfilter reinigen
Spanning aan klem C van de branderautomaat op klemmenstrook X4:5
van de servomotor controleren
Contact van de gasdrukvoeler opent door te lage gasdruk
– instelwaarde gasdrukvoeler controleren
– evtl. gasfilter reinigen