Samenvatting van Inhoud voor Weishaupt WG20/1-C Z-LN Series
Pagina 1
Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 83054607 1/2020-01...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 1 Aanwijzingen voor de gebruiker 1 Aanwijzingen voor de gebruiker Deze handleiding is een vast bestanddeel van het toestel en moet altijd bij de Vertaling van de installatie bewaard worden. originele bedieningsrichtlijnen Vóór de werkzaamheden aan het toestel de handleiding grondig lezen. 1.1 Doelgroep Deze handleiding richt zich tot de gebruiker en tot gekwalificeerde vaklui.
Weishaupt-onderdelen zijn; overmacht; eigenmachtige wijzigingen aan de constructie van het toestel; inbouw van aanvullende componenten, die niet samen met het toestel door de fabriek getest zijn;...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 2 Veiligheid 2 Veiligheid 2.1 Doelmatig gebruik De brander is geschikt voor de werking met warmtegeneratoren volgens EN 303 en EN 676. De installatienormen NBN D 30-001, D 30-002 en D 30-003, de normen voor gasvoorziening NBN D 51-001, D 51-003 (laatste editie), D 51-004 en D 51-005, de normen voor stookplaatsen NBN B 61-001 (≥70kW) en NBN B 61-002 (<70 kW) en alle andere geldende normen dienen in acht te worden genomen.
Dichtheidscontrole na elk onderhoud en elke storingsoplossing doorvoeren. 2.4 Constructieve wijzigingen Voor alle ombouwactiviteiten is een schriftelijke toestemming van de firma Max Weishaupt GmbH nodig. Enkel aanvullende componenten inbouwen die samen met het toestel getest en gekeurd werden. De verbrandingsruimte niet wijzigen door het inzetten van hulpstukken die de constructief vastgelegde vlamvorming verhinderen.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 3 Productbeschrijving 3.2 Serienummer Het serienummer op het typeplaatje identificeert het product nauwkeurig. Het is absoluut noodzakelijk voor de Weishaupt-klantendienst. 1 Typeplaat Ser. Nr.: 10-96 83054607 1/2020-01 La...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 3 Productbeschrijving 3.3 Functie 3.3.1 Luchttoevoer Luchtklep De luchtklep regelt het luchtdebiet voor de verbranding. Via een servomotor stuurt de verbrandingsmanager de luchtklep. Bij branderstilstand sluit de servomotor de luchtklep automatisch. Daardoor wordt de afkoeling van de warmtegenerator gereduceerd. Turbine De turbine voert de lucht van de aanzuigbehuizing naar de vlamkop.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 3 Productbeschrijving 3.3.2 Gastoevoer Gaskogelkraan 1 De gaskogelkraan opent en sluit de gastoevoer. Multiblok 8 Het multiblok omvat: Gasfilter 2 De gasfilter beschermt onderstaande armaturen tegen externe deeltjes. Dubbel gasventiel 4 Het dubbele gasventiel opent en sluit de gastoevoer. Drukregelaar 3 De drukregelaar reduceert de aansluitdruk en zorgt voor een constante insteldruk.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 3 Productbeschrijving Max. gasdrukschakelaar 6 (optie) De max. gasdrukschakelaar controleert de insteldruk. Als de insteldruk de ingestelde waarde overschrijdt, dan voert de verbrandingsmanager een veiligheidsuitschakeling uit. 3.3.3 Elektrische onderdelen Verbrandingsmanager De verbrandingsmanager W-FM is de centrale sturingseenheid van de brander. Hij stuurt het functieverloop en controleert de vlam.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 3 Productbeschrijving 3.3.4 Programmaverloop Voorventilatie Bij warmtevraag loopt de servomotor na de initialisatietijd (T ) open naar vollastpositie. De brandermotor start en de luchtdrukwachter schakelt. De vuurhaard wordt voorgeventileerd. Ontsteking Na de voorventilatietijd (T ) loopt de servomotor naar ontstekingspositie. De ontsteking start.
Pagina 15
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 3 Productbeschrijving W-FM 10 T1 T2 T6 T8 P6 P11 1234 Ionisatie-elektrode Initialisatietijd (test): 3 s Luchtdrukwachter Naventilatietijd: 1,2 s Temperatuur- of drukregelaar Naontstekingstijd: 2,5 s Temperatuur- of drukregelaar vollast 1ste testfase: 9,3 s (dichtheidscontrole ventiel 1) Min.
Temperatuur bij transport/opslag –20 … +70 °C Relatieve luchtvochtigheid max 80 %, geen dauwpunt Opstellingshoogte max 2000 m Voor een hogere opstellingshoogte moet de technische dienst van Weishaupt geraadpleegd worden. 3.4.4 Brandstoffen Aardgas H/L LPG B/P 16-96 83054607 1/2020-01 La...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 3 Productbeschrijving 3.4.5 Emissies Rookgasafvoer De brander voldoet aan de EN 676 emissieklasse 3. De NO -waarden worden beïnvloed door: Vuurhaardafmeting Rookgasafvoer Brandstof Verbrandingslucht (temperatuur en vochtigheid) Mediumtemperatuur De vuurhaardafmetingen kunnen op aanvraag verkregen worden. Geluid Geluidsemissiewaarden Gemeten geluidsvermogen L...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 3 Productbeschrijving 3.4.6 Vermogen Warmtevermogen Aardgas 35 … 200 kW 35 … 200 kW Vlamkop WG20-C Arbeidsveld Arbeidsveld volgens EN 676. De vermogengegevens zijn gebaseerd op een opstellingshoogte van 0 m boven het zeespiegelniveau. Een opstellingshoogte van meer dan 0 m geeft een vermogenvermindering van ca. 1 % per 100 m.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 3 Productbeschrijving 3.4.7 Afmetingen Brander –weishaupt– 32 mm 358 mm 158 mm 397 mm 1 140 mm zonder vlamkopverlenging 240 mm bij vlamkopverlenging (100 mm) 340 mm bij vlamkopverlenging (200 mm) 440 mm bij vlamkopverlenging (300 mm)
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 3 Productbeschrijving Armatuur Armatuur Kogelkraan Met thermische Zonder thermische afsluitinrichting afsluitinrichting 1 W-MF 507 Rp¾ ca. 315 mm ca. 300 mm ca. 320 mm ca. 305 mm W-MF 512 Rp1 ca. 350 mm ca. 330 mm 2 W-MF 507 Rp¾...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 4 Montage 4 Montage 4.1 Montagevoorschriften Brandertype en arbeidsveld Brander en warmtegenerator moeten op elkaar afgestemd zijn. Brandertype en brandervermogen controleren. Opstellingsruimte Voor de montage ervoor zorgen dat: de plaats voor de normale positie en servicepositie volstaat [hfst. 3.4.7]; de verbrandingsluchttoevoer voldoende is, evt.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 4 Montage 4.2 Brander monteren Enkel geldig voor Zwitserland Bij de montage en de werking moeten in Zwitserland de voorschriften van de SVGW en de VKF, de plaatselijke en kantonnale reglementering alsook de EKAS-richtlijn (LPG-richtlijn deel 2) in acht genomen worden. De brander is standaard voor een aanbouw van de gasarmatuur aan de rechterkant voorzien.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 4 Montage 4.2.1 Brander 180° draaien (optioneel) Volgende onderdelen zijn voor de ombouw noodzakelijk: Plaat servomotor met bevestigingsschroeven Hefboom met langere as Servomotor 1 verwijderen. Stang 3 uittrekken. Hefboom compleet 2 verwijderen. Hefboom met langste as 4 in hoekaandrijving steken. Plaat 5 monteren.
Pagina 24
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 4 Montage Branderflens 1 180° draaien en met flensdichting monteren. Brander 180° draaien en schroeven 2 op de branderflens monteren. Ringspleet tussen vlamkop en bemetseling met onbrandbaar, elastisch isolatiemateriaal vullen (niet bemetselen). 1 8 0 °...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 5 Installatie 5 Installatie 5.1 Gastoevoer Explosiegevaar door vrijkomend gas Een ontstekingsbron kan een gas-lucht-mengsel doen ontploffen. Gastoevoer zorgvuldig installeren. Alle veiligheidsvoorschriften in acht nemen. GEVAAR Enkel een erkende installateur mag de gasaansluiting doorvoeren. Daarbij de plaatselijk geldende voorschriften naleven.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 5 Installatie 5.1.1 Armatuur installeren Enkel in verbinding met W-MF en gasaansluitdruk > 150 mbar Is de gasaansluitdruk > 150 mbar, dan moet een drukregelaar voor W-MF ingebouwd worden. Armatuur installeren, zie bijvoegblad (druknr. 835109xx). Armatuur langs de rechterkant installeren Beschermfolie op de gasaansluitflens afnemen.
Pagina 27
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 5 Installatie Armatuur langs de linkerkant installeren Om de armaturen langs de linkerkant naar de brander te leiden, brander 180° gedraaid monteren. Daartoe zijn bijkomende ombouwmaatregelen noodzakelijk. Vooraleer het multiblok gemonteerd wordt, de gasdrukwachter verplaatsen: Afsluitstop 1 en gasdrukwachter 3 verwijderen.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 5 Installatie 5.1.2 Gastoevoerleiding op dichtheid controleren en ontluchten Alleen de gasverdeelmaatschappij (GVM) of een door de gasverdeelmaatschappij erkend installatiebedrijf mag de gasleiding op dichtheid controleren en ontluchten. 28-96 83054607 1/2020-01 La...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 5 Installatie 5.2 Elektrische aansluiting Levensgevaar door elektrische schok Werken onder spanning kan tot elektrische schokken leiden. Spanningstoevoer naar het toestel vóór het begin van de werken uitschakelen. GEVAAR Tegen onverwachts herinschakelen beveiligen. De elektrische aansluiting mag alleen door gekwalificeerde elektrotechnici uitgevoerd worden.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 6 Bediening 6 Bediening 6.1 Bedieningspaneel Schade aan de verbrandingsmanager door verkeerde bediening Gewelddadig op de LED-toets drukken kan de verbrandingsmanager vernietigen. LED-toets slechts licht indrukken. VOORZICHTIG De LED-toets op de brandermanager heeft de volgende functies: werkingsstand weergeven [hfst. 6.2];...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 7 Inbedrijfstelling 7 Inbedrijfstelling 7.1 Voorwaarden De inbedrijfstelling mag enkel door gekwalificeerde vaklui uitgevoerd worden. Enkel een correct uitgevoerde inbedrijfstelling garandeert de bedrijfszekerheid. De brander mag niet buiten het arbeidsveld in bedrijf zijn [hfst. 3.4.6]. Voor de inbedrijfstelling ervoor zorgen dat: alle montage- en installatiewerken correct uitgevoerd zijn;...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 7 Inbedrijfstelling 7.1.1 Meettoestellen aansluiten Meettoestel voor ionisatiestroom Ionisatieleiding van de stekkerkoppeling uittrekken. Stroommeettoestel in serie schakelen. Ionisatiestroom Vreemdlichtdetectie vanaf 0,8 μA Minimale ionisatiestroom 1,5 μA Aanbevolen ionisatiestroom 5 … 20 μA Drukmeettoestel voor mengdruk Meetpunt voor de mengdruk 1 openen en drukmeettoestel aansluiten. 32-96 83054607 1/2020-01 La...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 7 Inbedrijfstelling 7.1.2 Gasaansluitdruk controleren Min. aansluitdruk De vuurhaarddruk in mbar moet bij de min. aansluitdruk bijgeteld worden. De aansluitdruk mag niet lager liggen dan 15 mbar. Min. aansluitdruk voor lagedruktoevoer aan de hand van de tabel bepalen [hfst. 7.1.5].
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 7 Inbedrijfstelling 7.1.3 Dichtheid van de gasarmatuur controleren Dichtheidscontrole doorvoeren: Vóór de inbedrijfstelling na alle service- en onderhoudswerken. Eerste testfase Tweede en derde testfase Testdruk 100 mbar ±10 % 100 mbar ±10 % Wachttijd voor drukstabilisatie 5 minuten 5 minuten Testtijd...
Pagina 35
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 7 Inbedrijfstelling Derde testfase In de derde fase armatuur van het multiblok naar de gassmoorklep controleren. Menginrichting uitbouwen [hfst. 9.3]. Steekschijf 4 inzetten. Menginrichting inbouwen. Testinrichting aansluiten. Controle overeenkomstig tabel doorvoeren. Alle meetpunten sluiten. Steekschijf weer verwijderen. 1 Eerste testfase 2 Tweede testfase 3 Derde testfase...
Pagina 36
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 7 Inbedrijfstelling Meetpunten 1 Druk vóór ventiel 1 2 Druk tussen ventiel 1 en ventiel 2 3 Druk na ventiel 2 36-96 83054607 1/2020-01 La...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 7 Inbedrijfstelling 7.1.4 Gasarmatuur ontluchten Meetpunt vóór ventiel 1 openen [hfst. 7.1.3]. Op het meetpunt een toegelaten ontluchtingsslang aansluiten. Ontluchtingsslang naar buiten leiden. Gaskogelkraan langzaam openen. Het gas-lucht-mengsel in de armatuur stroomt via de ontluchtingsslang naar buiten.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 7 Inbedrijfstelling 7.1.5 Drukregelaar voorinstellen Insteldruk bepalen Bij de insteldruk vóór gassmoorklep de vuurhaarddruk in mbar bijtellen. Insteldruk aan de hand van de tabel bepalen en noteren. De gegevens stookwaarde H hebben betrekking op 0 °C en 1013 mbar. De tabelwaarden werden onder ideale omstandigheden bepaald.
Pagina 39
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 7 Inbedrijfstelling Vollast Insteldruk Min. aansluitdruk vóór de kogelkraan [kW] vóór de [mbar](Lagedruktoevoer) gassmoorklep [mbar] Nominale diameter armatuur ¾" 1" 1" Multiblok W-MF SE LPG; H = 25,89 kWh/m ; d = 1,555 De keuze is voor propaan berekend, maar kan ook toegepast worden voor butaan.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 7 Inbedrijfstelling 7.1.6 Instelwaarden Menginrichting overeenkomstig het vereiste warmtevermogen instellen. Daartoe stuwschijfpositie en luchtkleppositie op elkaar afstemmen. Stuwschijfpositie en luchtkleppositie bepalen De brander mag niet buiten het arbeidsveld in bedrijf zijn [hfst. 3.4.6]. Nodige stuwschijfpositie (maat X) en luchtkleppositie uit diagram bepalen en noteren.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 7 Inbedrijfstelling Stuwschijf instellen Bij maat X = 0 mm valt de aanwijsbout samen met het deksel van de verstuiverlijn. Instelschroef 1 draaien tot maat X overeenstemt met de bepaalde waarde. Eindschakelaar luchtklep instellen Positie van de eindschakelaar ST0, ST1 en ZL controleren en evt. instellen. Berekende luchtkleppenpositie aan de eindschakelaar ST2 instellen.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 7 Inbedrijfstelling 7.2 Brander instellen Levensgevaar door elektrische schok Ontstekingsinrichting aanraken kan tot elektrische schok leiden. Ontstekingsinrichting tijdens ontsteking niet aanraken. GEVAAR Tijdens de inbedrijfstelling vlamsignaal controleren [hfst. 7.1.1]. 1. Functieverloop controleren Gaskogelkraan openen. Druk in de armatuur stijgt. Gaskogelkraan weer sluiten.
Pagina 43
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 7 Inbedrijfstelling 3. Ontstekingslast regelen Verbrandingswaarden bij ontstekingslast controleren. -gehalte van 4 … 5 % via gassmoorklepschroef 1 instellen. 4. Vollast instellen Afhankelijk van het gekozen vermogen in het insteldiagram, variante 1 of 2 kiezen: Variante 1 Variante 2 Insteldiagram Servomotor...
Pagina 44
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 7 Inbedrijfstelling 5. Kleinlast instellen Volgende stappen moeten enkel bij 2-trapse werkingsmodus uitgevoerd worden. Bij 1-trapse werkingsmodus met stap 7 verder gaan. Als de luchtkleppenpositie veranderd wordt, moet de trap verlaten worden. Een verandering van de luchtkleppenpositie voor kleinlast moet in vollast doorgevoerd worden.
Pagina 45
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 7 Inbedrijfstelling 7. Startgedrag controleren Enkel bij 1-trapse bedrijfsmodus Bij verandering van de onstekingslastinstelling ZL-gas, eindschakelaar ST1 op dezelfde waarde als ZL-gas instellen. Brander uitschakelen en opnieuw starten. Startgedrag controleren en evt. ontstekingspositie corrigeren. Als de ontstekingspositie veranderd werd: Branderstart opnieuw controleren.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 7 Inbedrijfstelling 7.3 Drukwachter instellen 7.3.1 Gasdrukwachter instellen Min. gasdrukwachter/gasdrukwachter-dichtheidscontrole Het schakelpunt moet bij de instelling getest en evt. bijgesteld worden. Drukmeettoestel aan meetpunt 1 van de min. gasdrukwachter aansluiten. Brander in bedrijf stellen en lopen naar vollast. Gaskogelkraan langzaam sluiten tot ofwel: -gehalte in rookgas boven 7 % stijgt;...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 7 Inbedrijfstelling 7.3.2 Luchtdrukwachter instellen Het schakelpunt moet bij de instelling getest en evt. bijgesteld worden. Drukmeettoestel voor de verschildrukmeting aansluiten. Brander starten. Over het totale vermogenbereik van de brander een differentieeldrukmeting doorvoeren en de laagste differentiedruk bepalen. Schakelpunt berekenen (80 % van de laagste differentieeldruk).
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 7 Inbedrijfstelling 7.4 Afsluitende werkzaamheden Regel- en veiligheidsinrichtingen controleren. Gasdrukmeettoestellen verwijderen en meetpunten sluiten. Dichtheidscontrole van de gasarmatuur (vierde testfase) afsluiten [hfst. 7.1.3]. Verbrandingswaarden en instellingen op de inspectiekaart en/of het meetblad invullen. Afdekkap op de brander monteren. Gebruiker over de bediening van de installatie informeren.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 7 Inbedrijfstelling 7.5 Verbranding controleren Luchtovermaat controleren Luchtklep(pen) bij overeenkomstige trap langzaam sluiten tot de verbrandingsgrens bereikt wordt (CO-gehalte ca. 100 ppm). -gehalte meten en documenteren. Luchtfactor (λ) aflezen. Voor een veilige luchtovermaat luchtfactor verhogen: met 0,15 …...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 7 Inbedrijfstelling 7.6 Gasdebiet berekenen Symbolen Verklaring Voorbeeldwaarden Bedrijfsvolume in m – Volume dat op de gasteller gemeten wordt bij huidige druk en temperatuur (gasdebiet). Normvolume in [m – Volume dat een gas bij 1013 mbar en 0 °C inneemt. Omrekeningsfactor –...
De constructief bepaalde levensduur van de componenten is in het onderhoudsplan vermeld [hfst. 9.2]. Om een regelmatige controle te verzekeren, wordt door Weishaupt een onderhoudscontract aanbevolen. Volgende onderdelen mogen enkel vervangen worden en niet hersteld worden:...
Pagina 53
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 9 Onderhoud Na elk onderhoud Levensgevaar door elektrische schok Ontstekingsinrichting aanraken kan tot elektrische schok leiden. Ontstekingsinrichting tijdens ontsteking niet aanraken. GEVAAR Dichtheid van de gasvoerende onderdelen controleren. Werking testen: Ontsteking Vlamcontrole Gasvoerende onderdelen (gasaansluitdruk en insteldruk) Drukwachter Regel- en veiligheidsinrichtingen.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 9 Onderhoud 9.3 Menginrichting uit- en inbouwen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Explosiegevaar door vrijkomend gas Als de dichting 3 verkeerd geplaatst is, kan er gas ontsnappen. Na werkzaamheden aan de menginrichting de dichting op correcte plaatsing en GEVAAR netheid controleren, en evt.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 9 Onderhoud 9.4 Menginrichting instellen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. De afstand tussen de stuwschijf en de voorkant van de vlambuis S1is bij een gemonteerde brander niet meetbaar. Dit is enkel bij een uitgebouwde menginrichting, indirect met maat Lx, mogelijk.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 9 Onderhoud 9.5 Ionisatie- en ontstekingselektrode instellen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Menginrichting uitbouwen [hfst. 9.3]. Schroef 1 losmaken. Ontstekingselektrode instellen en schroef weer vastdraaien. Schroef 2 losmaken. Ionisatie-elektrode instellen en schroef weer vastdraaien. 57-96 83054607 1/2020-01 La...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 9 Onderhoud 9.6 Servicepositie Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Bij een brander 180° gedraaid gemonteerd, is de servicepositie niet mogelijk. Menginrichting uitbouwen [hfst. 9.3]. Servomotorstekker 3 uittrekken. Behuizingsdeksel vasthouden en schroeven 1 verwijderen. Behuizingsdeksel in servicepositie 2 hangen. 9.7 Turbine uit- en inbouwen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1].
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 9 Onderhoud 9.8 Brandermotor uitbouwen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Turbine uitbouwen [hfst. 9.7]. Stekker nummer 3 en 11 uittrekken. Slang + en - lostrekken. Schroeven 1 losdraaien en luchtdrukwachter verwijderen. Motor vasthouden en schroeven 2 verwijderen. Motor afnemen.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 9 Onderhoud 9.9 Servomotor luchtklep uit- en inbouwen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Uitbouw Servomotorstekker 1 aan de verbrandingsmanager uittrekken. Schroeven 2 verwijderen. Servomotor uittrekken. Inbouw Schade aan de servomotor door het bewegen van de naaf Servomotor kan beschadigd worden.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 9 Onderhoud 9.10 Hoekaandrijving uit- en inbouwen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Uitbouw Servomotor luchtklep uitbouwen [hfst. 9.9]. Aandrijfstang 3 aan de gassmoorklep 8 uittrekken en verwijderen. Luchtklep opent door veerkracht. Frame 4 verwijderen. Hoekaandrijving 5 verwijderen.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 9 Onderhoud 9.11 Gassmoorklep uit- en inbouwen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Uitbouw Schroeven 3 verwijderen. Flens met dubbele nippel 4 losdraaien. Menginrichting uitbouwen [hfst. 9.3]. Aandrijfstang 6 uittrekken. Schroeven 1 verwijderen en gassmoorklep 2 uitnemen. Inbouw Gassmoorklep 2 in omgekeerde volgorde inbouwen, daarbij: op correcte plaatsing van de aandrijfstang 6 aan de gassmoorklep letten;...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 9 Onderhoud 9.13 Spoel op multiblok vervangen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Bij het vervangen van de magneetspoel op juiste spanning en magneetnummer letten. Schroef 1 losmaken. Kap 2 verwijderen. Magneetspoel 3 vervangen. 64-96 83054607 1/2020-01 La...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 9 Onderhoud 9.14 Verluchtingsstopsel multiblok vervangen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Een verluchtingsstopsel met geïntegreerd filterelement is ingebouwd om ervoor te zorgen dat de verluchtingsopening niet vervuilt. Verluchtingsstopsel 1 vervangen. 65-96 83054607 1/2020-01 La...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 9 Onderhoud 9.15 Filter multiblok uit- en inbouwen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Bij de uit- en inbouw van het filterelement erop letten dat geen vuil in de armatuur geraakt. Uitbouw Schroeven 4 verwijderen.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 9 Onderhoud 9.16 Zekering vervangen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Alle stekkers op de verbrandingsmanager uittrekken. Schroeven aan de verbrandingsmanager verwijderen. Verbrandingsmanager afnemen. Zekering (T6,3H, IEC 127-2/5) vervangen. 67-96 83054607 1/2020-01 La...
Temperatuur- of drukregelaar op de warmtegenerator niet correct ingesteld warmtegenerator instellen. Ketel-of verwarmingskringregeling Werking en instelling van de ketel- of zonder werking of niet correct ingesteld verwarmingskring controleren. Bij herhaald optreden verwarmingsinstallateur of de Weishaupt-klantendienst verwittigen. 68-96 83054607 1/2020-01 La...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 10 Foutopsporing 10.1.2 LED-toets rood Er is een branderstoring. De brander is vergrendeld. Vóór de ontgrendeling kan de foutcode afgelezen worden om de foutoorzaak na te gaan. Foutcode aflezen Pas 5 seconden na het optreden van een fout wordt de fout geanalyseerd en kan deze afgelezen worden.
Pagina 70
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 10 Foutopsporing Foutcode met vergrendeling De volgende problemen mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden: Foutcode Fout Oorzaak Oplossing 2 x knipperen geen ontsteking Ontstekingselektrode Ontstekingselektrode verkeerd ingesteld instellen [hfst. 9.5]. Geen vlam, Ontstekingselektrode vuil of Ontstekingselektrode einde veiligheidstijd vochtig...
Pagina 71
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 10 Foutopsporing De volgende problemen mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden: Foutcode Fout Oorzaak Oplossing 4 x knipperen Vlamsignaal voor of na Ionisatiestroom voorhanden Vreemde lichtherkenning werking. vanaf 0,8 µA. Vlamsimulatie/ vreemde belichting Storing zoeken en oplossen.
Pagina 72
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 10 Foutopsporing De volgende problemen mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden: Foutcode Fout Oorzaak Oplossing 12 x knipperen Ventiel 1 lek Gasarmatuur lek Dichtheid van de gasarmatuur controleren Fout dichtheidscontrole [hfst. 7.1.3]. 1ste testfase Gasdrukwachter verkeerd Gasdrukwachter ingesteld...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 10 Foutopsporing 10.1.3 LED-toets knippert Een onregelmatigheid treedt op. De brander is niet vergrendeld. Als de fout verholpen wordt, verdwijnt de foutcode. Foutcode zonder vergrendeling De volgende problemen mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden: Foutcode Oorzaak Oplossing...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 11 Technische documenten 11 Technische documenten 11.1 Schakelschema Evt. bij speciale uitvoering bijgeleverd schakelschema in acht nemen. W-FM 10 X5:1 X3:11 X4:1 L PE N T1 T2 S3 B4 B5 T6 T7 T8 L PE N Luchtdrukwachter Temperatuur- of drukregelaar Temperatuur- of drukregelaar vollast...
Pagina 75
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 11 Technische documenten X3:3 X3:4 X3:13 X3:12 X3:5 X3:1 X3:6 P11.1 L1 PE N PE L1 L2 1 PE 2 3 Vlamvoeler Min. gasdrukwachter/-dichtheidscontrole Motorcondensator Dubbel gasventiel Extern ventiel LPG (optioneel) Brandermotor P11.1 Urenteller (optioneel) Ontstekingstoestel 75-96 83054607 1/2020-01 La...
5.1.1, tab. 4 aangegeven proefgassen gebruikt en de onder punt 5.1.2, tab. 5 genoemde minimale proefdrukken bepaald. Aangezien -Weishaupt- gas- en combibranders volledig aan deze eisen voldoen, worden bij de omschrijving van de brander volgens punt 6.2 op het typeplaatje van het toestel de toestelcategorie als ook het gebruikte proefgas met de bijkomende aansluitdrukbereiken aangeduid.
Pagina 78
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 11 Technische documenten Alternatieve toestelcategorie I2R Land van bestemming Toestelcategorie Proefgas Aansluitdruk mbar AL (Albania) G 20 AT (Austria) G 20 BA (Bosnia) G 20 BE (Belgium) I2E+, I2N, I2E(R)B G 20 + G 25 Drukpaar 20 / 25 BG (Bulgaria)
Pagina 79
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 11 Technische documenten Alternatieve toestelcategorie I3R Land van bestemming Toestelcategorie Gassoort Aansluitdruk mbar AL (Albania) I3+, I3P, I3B G 30 + G 31 Drukpaar 28 - 30 / 37 AT (Austria) I3B/P, I3P G 30 + G 31 BA (Bosnia) I3B/P G 30...
Pagina 80
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 11 Technische documenten Alternatieve toestelcategorie II2R/3R Land van bestemming Toestelcategorie Gassoort Aansluitdruk mbar Gassoort Aansluitdruk mbar mbar AL (Albania) II2H3+, II2H3P G 20 G 31 AT (Austria) II2H3B/P, II2H3P G 20 G 30 + G 31 BA (Bosnia) II2H3B/P G 20...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 12 Ontwerp 12 Ontwerp 12.1 Continue werking van de motor of naventilatie Brandgevaar door uitval van de verbrandingsluchtventilator Tijdens de werking met continubedrijf van de motor of verlengde naventilatie kan het uitvallen van de verbrandingsluchtventilator (bijv. door spanningsuitval of defecte motor) ertoe leiden dat warmte of warme rookgassen naar de GEVAAR branderbehuizing terugstromen.
Pagina 95
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG20.../1-C Z-LN 15 Trefwoordenlijst Wisselstukken.............. 83 Zekering ................ 16, 67 95-96 83054607 1/2020-01 La...
Pagina 96
Weishaupt n.v. · Paepsemlaan 7, B-1070 Brussel Weishaupt in uw buurt? Adressen, telefoonnummers enz. vindt u op www.weishaupt.be Wijzigingen voorbehouden. Nadruk verboden. Het volledige gamma: betrouwbare techniek en snelle, professionele service W-branders tot 570 kW Wandhangende condensatieketels voor gas tot 240 kW De miljoenenmaal beproefde compacte bran- ders zijn zuinig en betrouwbaar.