Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Gasdrukvoeler Instellen; Luchtdrukvoeler Instellen - Weishaupt WG20 Montage- En Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

4.4 Gasdrukvoeler instellen

Voor de instelling van de gasdrukvoeler moet een druk-
meettoestel op het meetpunt 1 van het DMV en de micro-
ampèremeter voor de meting van de ionisatiestroom
aangesloten zijn. Bij de bepaling van het schakelpunt dient
men er op te letten dat de helft van de regeldruk niet
onderschreden wordt en dat de ionisatiestroom minstens
5 µA bereikt en de verbranding CO < 1000 ppm bedraagt.
De instelling gebeurt op volgende wijze :
1. Brander is in bedrijf
2. De kogelkraan sluiten, zodat de druk aan het
drukmeettoestel langzaam daalt
3. De insteldruk is dan bereikt, wanneer:
– de CO stijgt
– de ionisatiestroom noch slechts 5 µA bedraagt
– of uiterlijk bij het bereiken van de helft van de regeldruk
4. De instelschijf van de gasdrukvoeler wordt nu langzaam
naar rechts gedraaid tot de brander een
regelafschakeling uitvoert
5. Controle - de brander wordt met geopende kogelkraan
opnieuw in bedrijf gezet. Wordt nu de kogelkraan terug
gesloten, dan kan men de afschakeldruk controleren. De
branderautomaat mag geen storingsafschakeling
teweegbrengen.

4.5 Luchtdrukvoeler instellen

Fabrieksinstelling
Het schakelpunt moet bij de inregeling gecontroleerd resp. bij-
geregeld worden. Daartoe een verschildrukmeting doorvoeren
tussen de punten
en
.
1. Het drukmeettoestel aansluiten zoals op de foto.
2. De brander in bedrijf zetten.
3. Het regelbereik van de brander doorlopen. Daarbij de druk
op het drukmeettoestel observeren.
4. De brander instellen op het lastpunt met de laagste verschil-
druk.
5. De instelschroef zo lang in de richting "+" draaien, totdat de
luchtdrukvoeler schakelt en een storingsafschakeling teweeg-
brengt
6. Het schakelpunt 20% onder de beschikbare verschildruk
instellen.
Voorbeeld WG10:
laagste verschildruk:
in te stellen schakelpunt
schakelpunt-verschildruk:
Verandering schakelpunt/omdraaiing bij LGW3 : 0,5 mbar
Instelschroef éénmaal in richting "_" draaien
Verandering schakelpunt:
per omdraaiing aan de instelschroef
Opmerking:
Verschillende factoren kunnen een invloed hebben op de instel-
ling van de luchdrukvoeler, b.v. rookgasinstallatie, warmtegenera-
tor, opstelruimte of luchttoevoersysteem. Daardoor kan een af-
wijkende instelling nodig zijn.
4.6 Vlamcontrole
Als meetinstrument wordt een micro-ampèremeter of een
universeel meetinstrument gebruikt.
Een in de ionisatiekabel aangebrachte stekkerkoppeling
dient voor de aansluiting van de micro-ampèremeter. Voor
een storingsvrije werking moet de ionisatiestroom
voldoende hoog zijn. De aanspreekdrempel van de vlam-
controle ligt bij 1 micro-ampère. Derhalve moet bij
branderwerking een ionisatiestroom van minstens 5 micro-
ampère gemeten worden (evtl. de afstelling van de
ionisatie-elektrode corrigeren).
Een negatieve uitslag van de micro-ampèremeter tijdens
de na-ontsteking heeft normalerwijze geen negatieve
invloed op een storingsvrije werking.
LGW 3 : 1,2 mbar
LGW10 : 5,5 mbar
: 2,9 mbar
: 2,9 x 0,8 = 2,4 mbar
: 0,5 mbar
LGW 3 : 0,5 mbar
LGW10 : 1,5 mbar
Gasdrukvoeler type GW50A2
Luchtdrukvoeler
Verschildrukmeting
Luchtdrukvoeler
1
2
19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Wg10

Inhoudsopgave