Download Print deze pagina

Yale ERP16-20VF Bedieningshandleiding pagina 81

Advertenties

De heftruck heeft bewegende delen en daarmee een zich verplaatsend
zwaartepunt. Het zwaartepunt verplaatst zich naar voren en naar achteren
afhankelijk van de mate waarin de hefmast naar voren en naar achteren
gekanteld wordt. Het zwaartepunt beweegt omhoog en omlaag naarmate
de mast omhoog en omlaag beweegt. Het zwaartepunt verplaatst zich
naar links en naar rechts als het traverseerchassis naar links en rechts
beweegt.
A. ZWAARTEPUNT
B. SAMENGESTELD
LADING
ZWAARTEPUNT
Het zwaartepunt, en daarmee de stabiliteit van de beladen heftruck, wordt
beïnvloed door een aantal factoren, zoals formaat, gewicht, vorm en posi-
tie van de lading; de hoogte tot waar de lading wordt opgetild; de wieldruk;
en de bewegende krachten die ontstaan door de bewegingen van de
truck.
C. ZWAARTEPUNT HEF-
TRUCK
Deze dynamische krachten worden veroorzaakt door zaken als accelere-
ren, remmen, draaien, en werken op oneven oppervlakken of op een hel-
ling. Deze factoren moeten ook in overweging genomen worden als men
met een onbeladen truck rijdt, omdat een onbeladen truck gemakkelij-
ker kantelt dan een beladen heftruck met de lading in de laagste stand.
Wil een heftruck stabiel zijn (niet voorover of zijwaarts kunnen kantelen),
dan moet het zwaartepunt binnen de ruimte blijven van het stabiliteitsvlak
voorgesteld door een driehoek getrokken tussen de lastwielen en het
draaipunt van de (gestuurde) achteras.
A. AANDRIJFAS
B. STUURAS
C. CG - HEFTRUCK GAAT KANTELEN
Als het zwaartepunt vóór de vooras komt te liggen zal de heftruck voor-
over kantelen. Als het zwaartepunt buiten één van de lijnen die tussen de
voorwielen en het draaipunt van de achteras worden getrokken komt te
liggen, kantelt het voertuig zijwaarts.
Bedieningsprocedures
79

Advertenties

loading