De bestuurder moet de heftruck altijd zodanig achterlaten, dat deze geen
schade of letsel kan veroorzaken. Wanneer de bestuurder de heftruck wil
verlaten, moet hij de volgende handelingen verrichten:
1. Stop de heftruck en zet hem op de parkeerrem.
2. Breng de vorken of het vorkjuk maximaal omlaag. Kantel de hefmast
iets voorover tot de punten van de vorken de grond raken.
3. Zet de contactsleutel of -schakelaar in de stand UIT. Zie Figuur 8.
4. U ontgrendelt de veiligheidsgordel door de rode ontgrendelknop in te
drukken en de gordel voorzichtig met de hand terug in het intrekmecha-
nisme te geleiden.
5. Ontkoppel de accu als u de heftruck verlaat.
6. Als u de heftruck op een helling moet laten staan, plaats dan blokken
tegen de wielen aan de afwaartse kant, zodat de heftruck niet uit zichzelf
kan gaan rijden.
7. Zet de heftruck niet op plaatsen waar deze de toegang tot brandgan-
gen, trappen en blusmateriaal belemmert.
Bedieningsprocedures
129