Onderhoud
1.
VERSLETEN PEN
2.
SCHEUREN
3.
SLIJTAGE VAN DE RANDEN (MAXIMAAL 5% VAN NIEUW)
4.
SLIJTAGE BIJ HET GAT
5.
LOSSE BLADEN
6.
BESCHADIGDE PIN
7.
ROESTVORMING
Figuur 32. Controleer de hefkettingen
162
Olie transaxle controleren
Iedere transaxle heeft zijn eigen afzonderlijke olietoevoer en iedere trans-
axle moet afzonderlijk worden gecontroleerd. Zorg ervoor dat de heftruck
geparkeerd wordt op een horizontale ondergrond. Verwijder de olieplug
om het oliepeil te controleren. Zie Figuur 33. De olie moet tot aan de
onderkant van de opening reiken. Als er olie toegevoegd moet worden,
dient de olie te worden toegevoegd via de opening van de olievulplug tot
het oliepeil gelijk staat met de onderkant van de opening voor de olievul-
plug. Breng de olievulplug aan en haal hem aan met 22 N•m (17 lbf ft).