5. Kijk altijd goed uit voor voetgangers. Rijd nooit
op iemand af die voor een voorwerp staat. Wees
extra voorzichtig op kruispunten van gangen, bij
deuropeningen en op andere plaatsen waar voet-
gangers op het rijpad van de heftruck kunnen
komen. Verminder uw snelheid als u een blinde
hoek of bocht nadert. Druk op de claxon om voet-
gangers te waarschuwen dat er een voertuig in de
omgeving is en dat zij attent moeten zijn op moge-
lijk gevaar.
6. Houd wanneer de heftruck rijdt armen,
benen, enz. altijd binnen de bestuurders-
ruimte. Wanneer u armen of benen buiten
de machine steekt, loopt u de kans door
voorbijkomende obstakels te worden ver-
wond.
7. Vermijd oneffenheden
in het wegdek, zoals bul-
ten en gaten, olievlekken
en rondslingerende
materialen, waardoor de
heftruck kan slippen of
omslaan. Kunt u er niet
omheen, rijd dan extra
langzaam.
Voor verschillende
omstandigheden zijn ver-
schillende heftrucks ver-
eist. De modellen met
rubberbanden met luchtcellen zijn bedoeld voor gebruik op een betrekke-
lijk vlakke en stevige rijvloer. Heftrucks met luchtbanden zijn meer
geschikt voor oneffen terrein. Kies met uw heftruck altijd de route met de
minste obstakels.
WAARSCHUWING
Er kunnen ernstige ongelukken gebeuren wanneer men met de hef-
mast of het beschermdak pijpen en balken in de omgeving van het
plafond raakt.
Bedieningsprocedures
123