Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

DigiTrak Falcon F5 Handleiding pagina 82

Gestuurde boringen, geleidingssysteem
Inhoudsopgave

Advertenties

D
C
IGITAL  
ONTROL  
Zijaanzicht van de werkelijke diepte te wijten aan
verschuiving vooruit/achteruit indien steil en diep
De bovenstaande afbeelding toont een zender die zich in een boorkolom bevindt, in een positieve of
negatieve graad - de graad is positief als u van links naar rechts boort, negatief als u van links naar rechts
boort. Het signaalveld van de zender bevindt zich in dezelfde hoek als de zender. De loactielijn (LL), dit is
waar de dieptemeting wordt uitgevoerd, is het horizontale component van de veldlijnen van het signaalveld
van de zender. Dat is, de LL bevindt zich op de plaats waar de fluxlijnen horizontaal zijn, hierboven
geïllustreerd door korte horizontale gele lijnen.
De locatiepunten (FLP en RLP) worden hierboven ook weergegeven. Deze punten bevinden zich aan de
verticale componenten van het signaalveld, hierboven geïllustreerd door korte verticale gele lijnen. Zoals u
kunt opmerken, bevinden de locatiepunten zich niet op dezelfde afstand van de LL wanneer de zender zich in
een hellende stand bevindt. Nogmaals, deze situatie vereist compensatie voor de geprojecteerde diepte en
de verschuiving vooruit/achteruit.
Met behulp van de volgende tabellen kunt u het volgende vinden:
werkelijke diepte op basis van de dieptemeting van de ontvanger (geprojecteerde diepte) en de helling
l
van de zender -
Tabel C1
verschuiving vooruit/achteruit op basis van de dieptemeting van de ontvanger (geprojecteerde diepte)
l
en de helling van de zender -
geprojecteerde diepte die u tijdens het boren op de ontvanger kunt aflezen, als u de vereiste diepte
l
(werkelijke diepte) van uw installatie kent -
conversiefactoren voor het bepalen van de geprojecteerde diepte van de werkelijke diepte, of de
l
werkelijke diepte van de geprojecteerde diepte op verschillende hellingen van de zender -
Deze "steile en diepe" berekeningen voor geprojecteerde diepte zijn belangrijk bij gebruik van een boorplan
dat een specifieke doeldiepte op steilere en diepere boringen heeft.
74
I
NCORPORATED
Tabel C2
Tabel C3
1. LP
2. LL
3. Verschuiving
vooruit/achteruit
4. Geprojecteerde
diepte
5. Werkelijke diepte
6. 30% (17 °)
Tabel C4
DigiTrak Falcon F5 ® Handleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave