D
C
IGITAL
ONTROL
Lokalisatieschermen
De schermen Lokaliseren, Diepte en Voorspelde diepte zijn de belangrijkste schermen die u zult gebruiken
voor het lokaliseren. Het type dieptescherm dat wordt weergegeven, is afhankelijk van de positie van de
ontvanger ten opzichte van de zender op het moment van de dieptemeting.
Moet ik dit allemaal weten? Pagina 48
Als u dit onder de knie hebt, dan kunt u lokaliseren als een professional. Als u doorgaat naar
zender lokaliseren
en u hebt het gevoel dat u een beetje achtergrondinformatie mist, dan kunt u
terug naar hier komen voor een opfriscursus.
Voor een beschrijving van de pictogrammen op de lokalisatieschermen, raadpleeg
Het scherm Lokaliseren
Als de ontvanger een signaal van een zender detecteert, dan biedt het scherm Lokaliseren in real-time
gegevens over de locatie, temperatuur, verticale hoek, rol en signaalsterkte van de zender.
Lokalisatiescherm met zender binnen
Als de zender is ingeschakeld en er zijn geen gegevens over rol of verticale hoek, houd dan de trekker vijf
seconden ingedrukt om de Max-modus te activeren en de gegevens zouden moeten worden weergegeven.
Indien er geen gegevens worden weergegeven:
1. Het is mogelijk dat de zender en ontvanger niet op dezelfde frequentieband zijn. Toggel naar rechts,
op het lokalisatiescherm, om de andere frequentieband te selecteren.
2. Als u het verkeerder zendermodel hebt gekozen, bijvoorbeeld FT2 in plaats van FT5p. Vanuit het
hoofdmenu, selecteer Zenderselectie om een andere zender te kiezen.
Hoe kan ik controleren welke frequentiebanden zijn toegewezen?
De huidige band in gebruik wordt bovenaan het hoofdmenu weergegeven (pagina 13). Toggel
naar rechts, op het lokalisatiescherm, en schakel tussen banden.
38
I
NCORPORATED
bereik
Bijlage B
1. Locatiebal (FLP of RLP)
2. Gieringindicator
3. Ontvanger
4. Rolindicator
5. Rolwaarde
6. Rol / verticale hoek updatemeter
7. Verticale hoek zender
8. Signaalsterkte zender
9. Vloeistofdruk zender
10. Temperatuur zender
DigiTrak Falcon F5 ® Handleiding
De
op pagina 71.