D
C
IGITAL
ONTROL
De ontvanger gebruiken voor Target Steering vereist een stabiel signaal van de zender.
Target Steering zal niet correct werken met passieve interferentie in de
nabijheid van de boring.
Haalbaar Target Steering-gebied
De maximale afstand waarop de ontvanger voor de boorkop kan worden geplaatst, voor Target Steering, is
10,7 m. Indien verder, dan wordt de diepte-informatie minder nauwkeurig. Binnen dit bereik, met de boorkop
ongeveer waterpas, zijn de volgende parameters op de dieptegegevens van toepassing:
De maximale diepteverandering bedraagt ongeveer 1,2 m.
l
De maximale verandering in verticale hoek bedraagt ongeveer 14%
l
Voor de meest conservatieve Target Steering-operatie, moet u aannemen dat het ideale boorpad een
cirkelboog is met een straat die de buigradius omvat van de meeste boorstrings en producten die worden
geïnstalleerd. Zoals weergegeven op het onderstaand schema, het haalbare stuurgebied is beperkt tot het
gearceerde gebied dat door de twee cirkelbogen wordt begrensd.
1. Oppervlak van grond
2. Huidige diepte
3. Horizontale afstand 10,7 m max
4. Zender
5. Doel
De Target Steering-procedure vereist dat de ontvanger correct wordt geplaatst, op minder dan 10,7 m voor de
zender, op het boorpad, met de achterzijde (waar het accupack wordt geplaatst) naar de boor gericht.
Target Steering inschakelen
De doeldiepte is de diepte waarop u de zender wilt wanneer deze de locatie onder de ontvanger bereikt. Om
de gewenste doeldiepte op de ontvanger in te stellen, toggel omhoog, op het scherm Lokaliseren, om het
menu Target Steering te openen.
58
I
NCORPORATED
Haalbaar Target Steering-gebied
6. Haalbaar doelstuurgebied.
7. Minimale doeldiepte
8. Diepteverandering 1,2 m max
9. Maximale doeldiepte
DigiTrak Falcon F5 ® Handleiding
Interferentie
Pagina 42