Inhoudsopgave
Advertenties
7. Als de locatiebal de onderkant van het scherm bereikt, dan wordt de locatielijn weergegeven en
wordt de bal terug zwart om aan te geven dat u zich nu op het LL moet richten.
Als de locatielijn niet verschijnt en de bal gaat naar de bovenkant van het scherm, houd dan de trekker
ingedrukt terwijl u de ontvanger naar voren/achteren beweegt over de locatie waar de bal naar de
bovenkant van het scherm gaat. Deze actie moet de ontvanger opnieuw naar het signaal van de zender
verwijzen en de locatielijn tevoorschijn laten komen. Indien niet, terugkeren naar het FLP om opnieuw te
verwijzen (zie stap 1).
Het scherm Lokaliseren van ontvanger,
naderen van LL
Vertrouw niet op de uitlijning van de bal met het verticale dradenkruis om de linker-/rechterpositie van de
zender te identificeren. Het nauwkeurig lokaliseren van de voorste en achterste locatiepunten is vereist
om de laterale positie van de zender (koers) te bepalen en nauwkeurige dieptemetingen uit te voeren.
8. Plaats de ontvanger, zodat LL samenvalt met het horizontale dradenkruis.
Het scherm Lokaliseren van ontvanger, op
LL
9. Voer een dieptemeting uit en markeer de LL rechtstreeks onder het display van de ontvanger. Als
het FLP zich links of rechts van de voorgaande markeringen bevindt - duidt op stuuractie -
lokaliseer het RLP zoals beschreven in de volgende stappen om de correcte positie van het LL
tussen de locatiepunten te controleren.
DigiTrak Falcon F5 ® Handleiding
D
C
IGITAL
ONTROL
Boorinstallatie
Boorpad
1. Locatielijn
2. Locatiebal
Boorinstallatie
Boorpad
1. Line-in-the-Box
I
NCORPORATED
Huidige positie van de
ontvanger en zender
Huidige positie van de
ontvanger en zender
51
Advertenties
Inhoudsopgave
