Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

1-Punt Kalibrering - DigiTrak Falcon F5 Handleiding

Gestuurde boringen, geleidingssysteem
Inhoudsopgave

Advertenties

Niet kalibreren als:
U zich op 3 m van metalen constructies bevindt, zoals stalen buizen, metalen
l
afsluiting, metalen gevelbekleding, bouwmateriaal, auto's enz. bevindt.
De ontvanger zich boven betonijzer of ondergrondse kabels en leidingen
l
bevindt.
Een A wordt rechtsboven van de rolindicator op het scherm Lokaliseren
l
weergegeven, dit duidt op Signaalverzwakking die waarschijnlijk het gevolg is
van hoge interferentie. Indien mogelijk, ga naar een rustigere omgeving voordat
u kalibreert.
De ontvanger bevindt zich in de buurt van extreme interferentie, zoals
l
weergegeven door de hoge waarde voor achtergrondruis op de grafiek van de
frequentie-optimalisator, of een knipperende waarde voor signaalsterkte op het
scherm Lokaliseren, samen met het A-pictogram (kalibrering is verboden
wanneer de signaalsterkte knippert).
De ontvanger geeft de zendergegevens niet weer.
l
De signaalsterkte van de zender bedraagt minder dan 300 punten (te laag) of
l
meer dan 950 punten (te hoog). Buiten dit bereik zal het scherm Kalibratiefout
een lage of hoge signaalsterkte aanduiden.
Tijdens de kalibratie moet de zender zich in de boorkop bevinden.
Tijdens de kalibratie wordt Bovengrondse hoogte (HAG) automatisch
uitgeschakeld. Na het kalibreren moet HAG handmatig opnieuw worden
ingeschakeld.

1-punt kalibrering

Het kalibreren van de diepte wordt bovengronds uitgevoerd, voor het boren.
1. Plaats de ontvanger en de zender (in een boorkop) evenwijdig aan elkaar op een waterpas
oppervlak, met beide apparaten ingeschakeld.
2. Met de ontvanger op het scherm Lokaliseren, controleer of de waarden voor rol en verticale hoek
worden weergegeven en dat er een gestaag signaal van de zender wordt ontvangen. De
signaalsterkte van de zender kunt u vinden onder Kalibratie weergeven. Een verandering in de
signaalsterkte bij 3 m kan erop wijzen dat u zich in een omgeving met interferentie bevindt of dat er
een probleem met uw apparatuur is.
3. Verplaats de locator binnen 0,5 m van de zender om
door een A rechtsboven van de rolindicator. Verplaats de locator 3 m weg en controleer of de
verzwakking wordt uitgeschakeld. Als dit niet gebeurt, dan kan er veel ruis aanwezig zijn. Door de
hogere signaalsterkte moet een 19 in. zender zich op meer dan 3 m van de ontvanger bevinden
voordat de verzwakking wordt uitgeschakeld.
DigiTrak Falcon F5 ® Handleiding
D
C
I
IGITAL  
ONTROL  
NCORPORATED
signaalverzwakking
te activeren, aangegeven
Verzwakt signaal
Pagina 71
Frequentie-optimalisator
Pagina 24
Batterijen plaatsen /
inschakelen
Pagina 62
Bovengrondse hoogte (HAG)
Pagina 19
15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave