Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Opstelling Samenvatting; Frequentie-Optimalisator Selecteren; Frequentiebanden Toewijzen; Interferentiecontrole - DigiTrak Falcon F5 Handleiding

Gestuurde boringen, geleidingssysteem
Inhoudsopgave

Advertenties

D
C
IGITAL  
ONTROL  

Opstelling Samenvatting

Aan de slag gaan met een Falcon F5 ontvanger is eenvoudig: activeer de frequentie-optimalisator, wandel
rond en scan het boorpad, koppel de ontvanger met de zender, kalibreer, controleer Bovengronds bereik en
zoek naar actieve interferentie. Het is allemaal samengevat in de volgende paragrafen, met verwijzingen
naar informatie in deze handleiding. Als u nu al alle informatie wilt weten, ga dan naar
pagina 10.

Frequentie-optimalisator selecteren

1. Met de zender uitgeschakeld (batterijen niet geïnstalleerd) gaat u naar het punt langs de beoogde
boring dat de grootste uitdaging vormt, bijvoorbeeld het diepste punt van de boring is of waar er voor
de hand liggende actieve interferentie zal zijn, bijvoorbeeld spoorwegovergang, transformator,
verkeerslichten of hoogspanningslijnen.
2. Schakel de ontvanger in en vanuit het hoofdmenu
selecteert u Zenderselectie, vervolgens
Frequentie-optimalisator (FO).
3. Met de FO-resultaten actief, wandel met de ontvanger langs het beoogde boorpad en noteer de
plaatsen met een hoge achtergrondruis (actieve interferentie). Hoger hoger de staaf van een
frequentieband op een grafiek is, hoe groter de interferentie. Noteer welke band constant laag blijft,
aangezien de band met de minste interferentie degene zal zijn die u wilt gebruiken.

Frequentiebanden toewijzen

1. Op de ontvanger, gebruik de toggel om de selector onderaan de grafiek van de frequentie-
optimalisator te verschuiven naar de band die u wilt gebruiken en houd de trekker kort ingedrukt om
te selecteren.
2. Als Up of Down-band toewijzen
3. Optioneel: selecteer en wijs een tweede frequentieband toe
4. Selecteer Koppelen
5. Plaats de batterijen in de zender, eerst positieve kant, installeer het batterijdeksel en wacht enkele
seconden tot de zender volledig is ingeschakeld en gegevens naar de ontvanger verzendt.
6. Lijn de IR-poorten van de zender en ontvanger binnen vier cm van elkaar. Selecteer
menu Koppelen te openen, vervolgens opnieuw

Interferentiecontrole

Nu dat uw zender aan uw ontvanger is gekoppeld, wandel
langs de boring met zowel de ontvanger als zender
ingeschakeld om beide frequentiebanden op actieve
interferentie te controleren.

Kalibreren

Voer een afzonderlijke 1-punts (1PT) kalibratie uit voor elke frequentieband die
recent werd geoptimaliseerd, doe dit in een gebied met weinig interferentie en met
de zender in een behuizing. Kalibreer altijd na het toewijzen van een nieuwe
frequentieband.
Als u twee banden hebt gekoppeld en u wilt later tussen deze banden schakelen, dan moet u beide banden
kalibreren.
8
I
NCORPORATED
.
>
om te koppelen.
DigiTrak Falcon F5 ® Handleiding
Ontvanger
op
Frequentie-optimalisator
Pagina 24
om het
Interferentie
Pagina 42
Frequentiebanden veranderen
Pagina 66
Kalibrering
Pagina 14

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave