Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Effecten Van Diepte, Verticale Hoek, Topografie Op Afstand Tussen Flp En Rlp - DigiTrak Falcon F5 Handleiding

Gestuurde boringen, geleidingssysteem
Inhoudsopgave

Advertenties

D
C
IGITAL  
ONTROL  
De meest nauwkeurige tracering vereist het gebruik van drie locaties om de positie, koers en diepte van de
zender te bepalen. Een lijn die door FLP en RLP loopt, onthult de koers en de linker-/rechterpositie van de
zender. De LL bepaalt de positie van de zender wanneer de ontvanger correct is uitgelijnd tussen FLP en
RLP (op de lijn).
Geometrie van FLP, RLP en LL vanaf bovenaanzicht
(vogelaanzicht) en zijaanzicht
Zoals u kunt opmerken, bevinden RLP en FLP zich op dezelfde afstand van LL wanneer de zender zich
waterpas bevindt.
De lijn die in het vogelaanzicht met LL wordt aangeduid, suggereert dat de ontvanger een locatielijn zal
weergegeven wanneer deze in dit vlak wordt geplaatst. Om onnauwkeurige lokalisatie en potentieel
gevaarlijke omstandigheden te vermijden, is het noodzakelijk om eerst de voorste en achterste locatiepunten
te vinden. Vertrouw niet op het pieksignaal langs de locatielijn.
Als de verticale hoek van de zender wordt gewijzigd, zal de locatielijn een beetje voor of achter
de werkelijke positie van de zender zijn. Deze lichte verschuiving vooruit/achteruit zal met de
diepte toenemen (zie Bijlage C). In deze gevallen wordt de diepte, die op de ontvanger wordt
weergegeven, een geprojecteerde diepte.

Effecten van diepte, verticale hoek, topografie op afstand tussen FLP en RLP

Hoe dieper de zender is, hoe verder uit elkaar FLP en RLP zullen zijn. De afstand tussen FLP en RLP ten
opzichte van de locatie van LL wordt ook door de verticale hoek van de zender en de topografie bepaald.
Als de negatieve hoek van de zender negatief is, zal FLP verder van LL dan RLP zijn. Als de negatieve hoek
van de zender positief is, zal RLP verder van LL dan FLP zijn. Als de bodem of topografie aanzienlijke
hellingen heeft, dan zal de locatie van FLP en RLP ten opzichte van LL worden beïnvloed, zelfs als de zender
waterpas wordt gehouden.
46
I
NCORPORATED
1. Vogelaanzicht (vanaf boven
gezien)
2. RLP
3. LL
4. Zender
5. FLP
6. Boorinstallatie
7. Boorpad
8. Zijaanzicht
9. Oppervlak van grond
DigiTrak Falcon F5 ® Handleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave