Vlaggen en pins
Tijdens het registreren van een DataLog, op het scherm Lokaliseren, toggel naar rechts om een vlag of pin te
plaatsen. Nadien kunt u in uw logboek vermeldingen bij vlaggen en pins noteren, om belangrijke informatie
aan uw Log-While-Drilling-rapport toe te voegen.
Vlaggen
Selecteer een vlag wanneer u langs het boorpad een item van belang passeert, bijvoorbeeld een trottoir,
gemarkeerde nutsvoorzieningen of de oever van een rivier. De ontvanger kent een opeenvolgend
vlagnummer toe, beginnend bij 1. Voer de geschatte afstand langs de huidige staaf in (indien halverwege een
3 m lange staaf, voer dan 1,5 m in). De ontvanger zal de totale horizontale afstand van de vlag berekenen, op
basis van het totale aantal staven dat reeds werd geregistreerd.
Pins
Selecteer een pin om de locatie van een nabijgelegen oriëntatiepunt te markeren (station, onderzoeksvlag,
brandkraan, verlichtingspaal) dat later kan helpen om het boorpad te lokaliseren. Een pin plaatsen vereist drie
gegevens:
1. Een identificatienummer Gebruik een getal, zoals een markering voor een station.
2. De geschatte afstand langs de huidige staaf (indien halverwege een 3 m lange staaf, voer 1,5 m in).
3. De afstand van de boorkop rechts of links van het item (loodrecht). Op de vorige afbeelding,
aangezien de boorkop zich rechts van de brandkraan bevindt, wordt de pin ook rechts
geregistreerd.
Diagnose
Met dit menu kunt u de prestaties van uw Falcon F5-ontvanger controleren.
DigiTrak Falcon F5 ® Handleiding
Diagnosemenu's
D
C
I
IGITAL
ONTROL
NCORPORATED
1. Controle Waterpas
2. Zelftest systeem
3. Zelftest signaal
4. Verlaten
33