D
C
IGITAL
ONTROL
Als de koppeling is mislukt, zal het pictogram ontvanger/zender een ongelukkig rood
l
Selecteer herhalen
correcte zender
hebt geselecteerd (pagina 29), verwijder de batterijen van de zender (eerst positief
uiteinde) en plaats ze vervolgens terug, lijn de twee IR-poorten opnieuw uit en probeer het opnieuw. Om
te controleren of de ontvanger met de zender kan communiceren, raadpleeg
zender
op pagina 30. Wanneer het nog steeds niet lukt, neem dan telefonisch contact met ons op.
Als het koppelen niet wordt voltooid, wordt er geen nieuwe, geoptimaliseerde frequentie in de ontvanger
l
opgeslagen. Bij het verlaten van het scherm Frequentie-optimalisator blijft de ontvanger gekoppeld met
de zender op de banden die het laatst werden geoptimaliseerd. De laatste frequentie-optimalisatie wordt
opgeslagen en kunt u vinden onder Frequentie-optimalisatie weergeven
Zoals vermeld aan het einde van stap 4, de tweede band kan worden gekoppeld aan een volledig
l
verschillende optimalisatie. Als u een band hebt geoptimaliseerd en de andere band op een andere locatie
wilt optimaliseren, voert u de frequentie-optimalisator gewoon op de nieuwe locatie uit (stap 1) en wijst u
deze als tegenovergestelde band aan (Up of Down).
Het koppelen is gelukt, wat nu?
Na het koppelen, gaat de ontvanger naar het scherm Kalibratie om u erop
te wijzen dat met de selectie van een nieuwe frequentieband de
ontvanger en zender moeten worden gekalibreerd. Installeer de zender in
de boorkop en kalibreer.
Voorafgaand aan de kalibratie wordt "Kalibrering vereist" weergegeven op het scherm Lokaliseren,
door middel van een foutsymbool in de rolindicator in plaats van de rolwaarde. Om tussen twee
boringen de banden te wijzigen, moeten beide banden afzonderlijk worden geselecteerd en voor het boren
worden gekalibreerd.
Voor of tijdens het boren, kunt u op elk moment tussen banden wisselen
als interferentie de huidige band stoort.
Na het koppelen van de geoptimaliseerde frequentieband zijn uw
volgende stappen, voor typische operaties, voor het boren:
kalibreren
l
bovengronds bereik controleren (AGR)
l
controleer op achtergrondinterferentie
l
Voltooi deze controles op beide geoptimaliseerde frequentiebanden.
28
I
NCORPORATED
en probeer opnieuw te koppelen. Als dit nog steeds niet lukt, controleer of u de
weergeven.
Informatie en bedrijfstijd
.
Kalibrering
Pagina 14
Frequentiebanden veranderen
Pagina 66
Bovengronds bereik
Pagina 18
Interferentie
Pagina 42
DigiTrak Falcon F5 ® Handleiding