Bij het vooruit bewegen van de boorkop moet het FLP zich langs het verticale dradenkruis van de ontvanger
bewegen, wat aanduidt dat de boorkop nog steeds op goede koers is. Zodra het FLP terug in het vak is, houd
de trekker ingedrukt en bevestig dat de voorspelde diepte zoals verwacht is.
Scherm van ontvanger "On-the-Fly"
lokaliseren
Ga nog een lengte van een boorstang vooruit en wacht op het FLP om verder omlaag het verticale
dradenkruis te gaan.
Off-Track lokaliseren
Ga nu even een video bekijken
Een video over Off-track lokaliseren vindt u op www.youtube.com/dcikent.
Gebruik off-track lokaliseren als het niet mogelijk is om boven de zender te wandelen, als gevolg van
obstakels of interferentie. Met de traceerlijn loodrecht ten opzichte van de zender is het mogelijk om de koers
van de zender te traceren en te bepalen of de beoogde diepte wordt gehandhaafd. De off-track
lokalisatiemethode is alleen effectief als de verticale hoek van de zender 0% (0 °) is en zich onder een vlakke
ondergrond bevindt.
Om toe te lichten hoe de off-track lokalisatiemethode werkt, moet u aan een obstructie denken die zich op
het beoogde boorpad bevindt, zoals op de onderstaande afbeelding. De zender gaat bijna onder de
obstructie.
1. Stop met boven en zoek de locatielijn (LL) van de zender door de lijn in het vak te plaatsen.
2. Terwijl u de ontvanger in dezelfde richting houdt, gaat aan de kant staan totdat u een vooraf
bepaalde afstand (P1) bereikt. Verplaats de ontvanger naar voren en achteren totdat de bal tussen
de bovenzijde en onderzijde van het scherm springt, markeer deze locatie en noteer de
signaalsterkte. Terwijl u nog steeds de ontvanger die in dezelfde richting houdt, voer dit nog
tweemaal uit voor de off-track-punten P2 en P3.
DigiTrak Falcon F5 ® Handleiding
D
C
I
IGITAL
ONTROL
NCORPORATED
Boorinstallatie
Boorpad
Huidige positie van de
ontvanger en zender
55