Frequentie-optimalisatie
Dit gedeelte behandelt Falcon Technology's baanbrekende frequentie-optimalisator (FO), die de
frequentiegroep met de minste interferentie (optimaal) die beschikbaar zijn op elk van de negen banden. Als
de resultaten in een grafiek worden weergegeven, die het niveau van actieve interferentie in elke band
weergeeft, selecteer dan de een of twee banden die u wilt gebruiken, koppel, en u bent klaar om te kalibreren
en boren.
U kunt op elk moment de zender tussen de twee geoptimaliseerde banden schakelen, zowel voor als tijdens
het boren. Begin met de geoptimaliseerde band die het beste werkt in het gedeelte met normale interferentie
van de boring en schakel over naar de andere band die beter werkt in het gedeelte met veel interferentie. Of
gebruik een geoptimaliseerde band voor de hele boring, of begin in een geoptimaliseerde band te boren en
schakel alleen over als dat nodig is. De keuze is aan u.
Moet ik elke keer als ik de ontvanger inschakelen optimaliseren? Pagina 62
Nee, de ontvanger onthoudt beide geoptimaliseerde banden totdat u deze aan een nieuwe band
koppelt. Schakel de zender horizontaal in om de laatste actieve band te gebruiken. Maar vergeet
niet te optimaliseren bij uw volgende boring.
Als mijn geoptimaliseerde band prima werkte op mijn laatste jobsite, mag ik dan deze op
de volgende jobsite blijven gebruiken?
Aangezien de interferentiebronnen op elke jobsite verschillen, raadt DCI aan om op elke jobsite
te optimaliseren om de beste selectie van frequenties voor de huidige omstandigheden te krijgen.
Een frequentieband optimaliseren en selecteren:
1. Zorg dat alle zenders zijn uitgeschakeld of zich op meer dan 30 m afstand van de ontvanger
bevinden.
2. Neem uw ontvanger naar het punt, langs de beoogde boring, waar u de meeste interferentie
verwacht (actieve interferentie).
3. Met de ontvanger parallel aan het boorpad, open het Hoofdmenu, selecteer Zender selecteren
vervolgens Frequentie-optimalisator (FO)
Als de frequentie-optimalisatie is voltooid, toont de ontvanger de actieve ruiswaarden op elk van de
negen frequentiebanden met behulp van een geoptimaliseerde selectie van de laagste ruisfrequenties
binnen elke band. Hoe korter de staaf op de grafiek, hoe minder interferentie op die band.
-90 tot -72 dB Weinig interferentie
-72 tot -54 dB Gemiddelde interferentie
-54 tot -18 dB interferentie zal een probleem worden als diepte toeneemt
DigiTrak Falcon F5 ® Handleiding
D
C
IGITAL
ONTROL
.
I
NCORPORATED
,
25