9.2
De therapieinstellingen controleren
Ga als volgt te werk om de therapie-instellingen te controleren:
1. Druk op de Opblaasmodus-selectieknop totdat de gewenste opblaasmodus is
geselecteerd, als volgt:
•
Sequentieel
•
Golf
•
LymphAssist
•
LymphAssist plus Sequentieel
•
LymphAssist plus Golf
N.B.:
Het indicatorlampje naast de geselecteerde Opblaasmodus is verlicht.
Bij gekoppelde therapiecycli zijn beide
Opblaasmodusindicatorlampjes verlicht.
2. Controleer de Druk-instellingen op het Druk-display.
3. Controleer de Opblaas- en Leegloop-tijden en Behandeling-tijd op het Therapie-
instelling-display. Druk op de Therapie-instelling-knop om te selecteren welke
parameter wordt getoond op het Therapieinstelling-display, als volgt:
N.B.:
Het indicatorlampje naast de geselecteerde Therapieinstelling
is verlicht.
4. Om een van de vier therapie-instellingen te veranderen, zie "De therapie-
instellingen wijzigen".
5. Wanneer de therapie-instellingen correct zijn, kan de therapiesessie worden gestart
(zie "Therapie beginnen").
Gebruikersinstructies
Opblaas-tijd in seconden
Leegloop-tijd in seconden
Behandeling-tijd in minuten
NL
28