4.
Klinische toepassing
4.1
Indicaties
Intermitterende pneumatische compressie (IPC) is effectief bij de behandeling van de
volgende klinische aandoeningen wanneer gecombineerd met een
geïndividualiseerde controleprogramma:
•
Oedema.
•
Dependent (waaronder een licht cerebrovasculair
incident, zwangerschap of verlamming).
•
Traumatisch (postoperatief of door letsel).
•
Lymfoedeem.
•
Primair en secundair (waaronder
postoperatief, radio- of chemotherapie).
•
Chronische veneuze insufficiëntie.
•
Postflebitis syndroom.
•
Acute en chronische wonden, waaronder veneuze ulcera aan de
benen en postoperatieve wonden.
IPC kan ook zinvol zijn bij de behandeling van:
•
Gefixeerde-flexie deformiteit.
•
Pijn in het onderbeen veroorzaakt door trauma of operatie.
•
Lipoedeem.
De keuze moet gebaseerd zijn op een holistische beoordeling van de individuele zorg
die de patiënt nodig heeft.
N.B.:
Deze systemen vertegenwoordigen één aspect van een
behandelingsprogramma. Als de conditie van de patiënt verandert,
moet het algemene therapieregime door de behandelende arts worden
herzie.
N.B.:
Het bovenstaande geeft slechts richtlijnen. Deze kunnen nooit
het oordeel van een arts vervangen.
Gebruikersinstructies
NL
10