Montagehandleiding
9
Storingen verhelpen
Storing
De motor kan niet handmatig
worden gedraaid zonder dat de
regelaar is aangesloten.
De motor kan helemaal niet meer
draaien.
Verkeerde draairichting.
Brandgeur.
Ongewone temperatuur van de
motorbehuizing.
Instabiele draaiing (trilling).
Ongewone wrijvingsgeluiden.
AC-servomotoren van de serie EM1
Mogelijke oorzaken of procedure
voor het vaststellen van de fout
Mechanische storingen
Driefasige kortsluiting in de motor Verhelp de driefasige kortsluiting.
Verkeerde kabelbekabeling
Overbelastingsstroom
Overtemperatuurbeveiliging
Ongewone isolatieweerstand
Verkeerde instelling van de
regelaar
Verkeerde bekabeling van de
motorstroomkabel
Verkeerde instelling van de
regelaar
Verkeerde instelling van de
motorparameters
Verkeerde instelling van de
regelaar
Verkeerde instelling van de
motorparameters
Ongewoon bedrijf van de lagers
Uitval van de isolatie
Verkeerde encoderinstallatie
Verkeerd encodersignaal
Verkeerde instelling van de
regelaar
Verkeerde instelling van de
motorparameters
De motorrem werkt niet
Asymmetrisch systeem
Losgekomen componenten
EM1-01-1-NL-2307-MA
Storingen verhelpen
Oplossing
Verhelp de storingen.
Controleer de kabel die is
aangesloten op de regelaar.
Controleer of er storende
voorwerpen aanwezig zijn en
verwijder deze. Verhelp het
uitvallen van de remklemming.
Controleer de instelling van de
overtemperatuur voor de regelaar.
Meet de isolatieweerstand na het
afkoelen. Meting van de drie
fasen van de stator tegen aarde
500 VDC 1 sec >10 M Ω @°C.
(U/V/W tegen PE):
Als deze geen 10 MΩ bereikt,
neem dan contact op met HIWIN.
Controleer de instelling van de
regelaar.
Vervang de op de regelaar
aangesloten tweefase
stroomkabel.
Controleer de instelling van de
regelaar.
Controleer de instelling van de
motorparameters.
Controleer de instelling van de
regelaar.
Controleer de instelling van de
motorparameters.
Controleer de installatie.
Controleer of de
fase/aarde groter is dan 10 M Ω.
weerstandswaarde van
Controleer de inbouwvastheid van
de encoder.
Controleer aansluiting van de
encoder.
Controleer de instelling van de
regelaar.
Controleer de instelling van de
motorparameters.
Controleer de rem.
Controleer het dynamische
evenwicht.
Draai weer vast.
Pagina 69 van 84