Montagehandleiding
5.1.3.4
Riem
Selecteer een riem die geschikt is voor de toegestane radiale belasting en het
uitvoervermogen van de servomotor.
Als de motor versnelt of afremt, verhoogt de reactiekracht op de versnelling/vertraging de
aanvankelijke riemspanning. Bij de selectie van een riem moet u daarom de
bewegingsbelasting en de veiligheidscoëfficiënten van de riem in acht nemen.
Stel bij de montage van de riem de riemspankracht overeenkomstig in en neem de in de
gebruiksaanwijzingen van de motor aangegeven toegestane radiale belastingen in acht.
Leef de volgende instructies na.
Toegestane axiale en radiale kracht van de motorspindel
(toegestane axiale kracht):
Fa
Frameafmeting
minimaal 40 mm
minimaal 60 mm
minimaal 80 mm
minimaal 130 mm
(toegestane radiale kracht):
Fr
Frameafme
Toegestane radiale kracht(X) [Eenheid: Newton]/[X-eenheid: mm]
ting
x=0
x=5
x=10
minimaal
68
74
80
40 mm
190
200
215
minimaal
60 mm
minimaal
340
350
365
80 mm
minimaal
640
660
685
130 mm
AC-servomotoren van de serie EM1
Rieminstelling: meet en stel de
riemspankracht meermaals in.
F
F
(radiale kracht)
r
Toegestane axiale kracht
54 N
74 N
147 N
343 N
x=15
x=20
x=25
x=30
x=35
88
98
-
-
-
230
245
270
-
-
380
395
415
435
-
715
745
775
810
850
EM1-01-1-NL-2307-MA
Montage en aansluiting
(axiale kracht)
a
x=40
x=45
x=50
-
-
-
-
-
-
-
-
-
890
940
990
Pagina 50 van 84