Koeltechnische inbedrijfstelling
Controle op lekkages
Sluit het manometerstation met
■
tenminste één Schrader-ventiel
van de afsluitkranen aan op de
buitenmodule.
De controle op lekkages dient
■
met gedroogde stikstof en een
testdruk van 40 bar in een
tijdsspanne van 30 minuten te
worden uitgevoerd.
De aansluitingen en verbindin-
■
gen van de buizen moeten met
geschikte lekzoekapparatuur ge-
inspecteerd worden en mogelijke
lekken worden verholpen.
Ontluchten
De overdruk moet uit de koel-
■
middelleidingen worden verwij-
derd.
De gebruikte vacuümpomp
■
moet een minimale absolute
onderdruk van 10 mbar heb-
ben, om vreemde gassen en
vocht betrouwbaar uit de
leidingen te verwijderen.
Hoelang het vacuüm moet
■
worden getrokken is afhankelijk
van de lengte van de koelmid-
delleidingen. Wij adviseren een
duur van tenminste 60 minu-
ten. Als de vreemde gassen
volledig uit het systeem zijn
verwijderd, worden de ventie-
len van het manometerstation
gesloten.
LET OP
Er moet een vacuüm van
min. 20 mbar abs. tot stand
worden gebracht!
Koelmiddel bijvullen
De buitenmodule is met vol-
■
doende koelmiddel gevuld voor
buizen van tot 30 meter lengte.
Is de enkele lengte van de
■
buizen meer dan 30 meter,
dient 600g extra koelmiddel per
10 meter leiding (enkele lengte)
te worden bijgevuld.
LET OP
Let er op dat het gebruikte
koudemiddel altijd in vloei-
bare vorm gevuld wordt!
LET OP
Het aansluiten van de koelmid-
delleidingen en het hanteren
van koelmiddel is voorbehou-
den aan bevoegd en vakbe-
kwaam personeel (vakbe-
kwaamheidscategorie I)
Verbinden van het koelcircuit
Als de hiervoor beschreven
■
werkzaamheden en controles
zijn uitgevoerd, moeten de
afsluitkranen met een geschikte
zeskantsleutel tegen de klok
volledig worden geopend en
zodoende de buitenmodule
koeltechnisch met de binnen-
module worden verbonden.
Pas daarna is de warmtepomp-
installatie koeltechnisch functio-
neel.
Schroef daarna de afdekkap-
■
pen weer op en controleer alle
afsluitkranen op lekdichtheid.
Vervolgens worden alle func-
■
tiecontroles uitgevoerd en alle
aansluitingen nageïsoleerd, om
de vorming van condens tegen
te gaan.
27