REMKO CMF / CMT
Elektrische aansluiting
Er moet een nettoevoer voor
■
zowel de buitenmodule als
apart naar de binnenmodule
worden aangelegd.
De voedingsspanning van de
■
binnenmodule mag bij een
spertijd vanuit de energieleve-
rancier niet worden uitgescha-
keld. (bescherming tegen vorst)
Alle binnenmodules en de bui-
■
tenmodule van de serie
CMF / CMT 120 vragen om
een eenfasige spanningsvoor-
ziening van 230 V. / 50 Hz.
De buitenmodules van de serie
■
CMF / CMT 160 worden met
een driefasige spanning van
400 V / 50Hz gevoed.
De buiten- en de binnenmodule
■
worden via een vieraderige
besturingskabel met elkaar
verbonden.
Eventueel dient er voor een
■
elektrische bijverwarming voor
nog een spanningsvoorziening
naar de binnenmodule te wor-
den gezorgd.
De warmtepompmanager heeft
■
informatie nodig over de vraag
of vanuit de energieleverancier
een vrijgave of een spertijd
is geschakeld. Hiervoor moet
vanuit de gebruiker een scha-
kelbaar contact ter beschikking
worden gesteld. (contact geslo-
ten betekent vrijgave, contact
open betekent spertijd)
In de bijlage bij deze handlei-
■
ding vindt u een aansluitschema
en de bijbehorende elektrische
schema's.
22
Voor het gebruik van warmte-
■
pompen worden door de ener-
gieleveranciers (EVU) misschien
speciale tarieven
aangeboden.
Elektrische aansluitkast
Printplaat
WP-manager
(Merlin I/O-printplaat)
Besturingsprintplaat
(Interface PAC-IF010B-E)
Display
en bediening
LET OP
Controleer of alle elektrische
stekker- en klemverbindingen
goed vastzitten en goed contact
maken, eventueel aandraaien.
LET OP
Volg te allen tijde de geldende
voorschriften (VDE) en de
bepalingen van de TAB 2007
op. De omvang en het soort be-
veiliging staan in de technische
gegevens vermeld.
LET OP
Alle elektrische installatiewerk
dient door een bevoegd elektri-
cien te worden uitgevoerd.
Informeer bij de plaatselijke
■
energieleverancier welke moge-
lijkheden er zijn.
Sensorencontactstrip
Relais
Contactstrip
externe componenten
Zekeringen elektrische
verwarming
Aansluiting netspanning
binnenmodule
LET OP
Alle leidingdiameters dienen
volgens VDE 0100 te worden
gekozen. Let hierbij vooral op
de lengte van de leidingen en
de installatiewijze. De gege-
vens in het aansluitschema en
in het systeemoverzicht zijn
slechts één toegelaten installa-
tiemogelijkheid in een stan-
daardsituatie!
LET OP
Let bij het aansluiten van de
buitenmodule op het correct
aansluiten van de nulleiding,
anders gaan de varistoren op
de netfilterprintplaat van de
buitenmodule kapot.