ZOLL R Series Handleiding pagina 6
Verberg thumbnails
Zie ook voor R Series:
- Bedieningshandleiding (204 pagina's) ,
- Beknopte gebruikershandleiding (7 pagina's) ,
- Handleiding (31 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
R S
–
ERIES
PULSOXIMETRIE
Oximetriesensors
Gebruik uitsluitend ZOLL/Masimo LNCS-oximetriesensors. Sensors van een ander merk
werken wellicht niet naar behoren met de R Series-pulsoximeter.
Er kan weefselbeschadiging optreden als een sensor onjuist is bevestigd of verkeerd wordt
gebruikt (zoals wanneer het kleefband te strak om de sensor zit, extra kleefband is gebruikt of
de sensorplaats niet periodiek wordt gecontroleerd). Om te verzekeren dat de huid intact blijft
en de sensor juist is geplaatst en vastgeplakt, moet u de sensorplaats volgens de instructies in de
bij de sensor meegeleverde Gebruiksaanwijzing inspecteren.
Gebruik nooit beschadigde sensors of kabels.
Gebruik nooit een sensor met blootliggende optische onderdelen.
Steriliseer een sensor nooit met straling, stoom of ethyleenoxide. Zie de reinigingsinstructies in
de gebruiksaanwijzing voor herbruikbare LNCS-sensors.
Laat de sensor niet gedurende langere tijd op één plaats zitten, vooral bij het bewaken van
pasgeborenen. Controleer de sensorplaats met regelmatige tussenpozen (ten minste om de 2
uur) en verplaats de sensor als de conditie van de huid ook maar enigszins afneemt.
Bevestig de oximetriesensor niet aan een extremiteit die bewaakt wordt met een
bloeddrukmanchet of waarin de bloeddoorstroming is beperkt.
Een niet goed bevestigde sensor kan onjuiste saturatiewaarden geven. Een zwak pulssignaal op
het scherm kan duiden op een niet goed bevestigde sensor of een slecht gekozen plaats voor
bewaking.
Kies een plaats met voldoende perfusie, om nauwkeurige oximetriewaarden te verzekeren.
Bepaalde nagelafwijkingen, nagellak, schimmel en dergelijke kunnen onnauwkeurige
oximetriewaarden veroorzaken. Verwijder de nagellak of verplaats de sensor naar een vinger
zonder problemen.
Blootstelling aan fel omgevingslicht, zoals operatielampen (vooral lampen met een
xenonlichtbron), bilirubinelampen, tl-buizen, infrarode verwarmingslampen of direct zonlicht
kan de nauwkeurigheid van de oximetriewaarden beïnvloeden. De sensor moet juist zijn
bevestigd om verstoring door omgevingslicht te voorkomen. Bedek de sensor zo nodig met
ondoorschijnend materiaal.
Doe geen poging de sensoren of patiëntkabels voor eenmalig gebruik te recyclen, te reviseren
of opnieuw te verwerken. Dit kan de elektrische onderdelen beschadigen, wat tevens schadelijk
kan zijn voor de patiënt.
4
(S
O
)-
–
P
OPTIE
BIJSLUITER
2
www.zoll.com
9650-0901-16 Rev. C
Advertenties
Inhoudsopgave
