Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instelbare Spo 2 -Instellingen; Gevoeligheid Instellen - ZOLL R Series Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor R Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Als de signaalsterkte-indicator een zwak signaal aangeeft, moet u de oximetriesensor
4.
controleren of op een meer geschikte plaats bevestigen.
Schakel zo nodig SpO
"SpO
Opmerking: Als de ECG-afleidingen niet op de patiënt zijn bevestigd, gebruikt het apparaat
Opmerking: Als het apparaat kort na aanzetten het bericht SPO2 COMM.FOUT te zien
Instelbare SpO
-instellingen
2
De pulsoximeter heeft diverse instellingen die u kunt wijzigen wanneer het apparaat in de
klinische modus staat:
gevoeligheidsniveau
middelingsperiode voor meting
plethysmogramweergave
SpO
2
Een door u gemaakte wijziging aan een instelling blijft van kracht tot de volgende wijziging of
totdat het apparaat ten minste 10 seconden uitstaat. Als het apparaat opnieuw wordt aangezet,
zijn de geconfigureerde standaardinstellingen van kracht, die van de fabrieksinstellingen
kunnen verschillen. (Zie "Standaardinstellingen voor de SpO
fabrieksinstellingen.)
Ga als volgt te werk om toegang te krijgen tot de SpO
1. Zet de kiezer op deze standen:
MONITOR voor ALS-modellen.
AAN voor PLUS- of BLS-modellen. Druk achtereenvolgens op de softkeys Manuele
modus en Bevest. om over te schakelen op de manuele modus.
2.
Druk op de softkey Param.
Er verschijnen softkeylabels voor de SpO2-functies: Sens. (wordt gebruikt om de
SpO
2
SpO
2
De SpO

-gevoeligheid instellen

2
Met de softkey Sens. kunt u voor de SpO
Normale gevoeligheid wordt voor de meeste patiënten aanbevolen.
Bij zeer lage perfusie, zoals bij ernstige hypotensie of shock, kan hoge gevoeligheid
nauwkeuriger metingen geven.
Opmerking: Bij hoge gevoeligheid worden de SpO
Ga als volgt te werk om het SpO
1. Druk op de softkey Sens.
De softkeys Normaal en Hoog verschijnen.
2.
Druk op de softkey voor de gewenste SpO
Terug.
9650-0901-16 Rev. C
-alarmeringen in en pas de alarmgrenzen aan. Zie
2
-alarmeringen instellen" op pagina 13.
2
SpO
-pulsmetingen voor de weergave van de hartfrequentie (HF) in het
2
ECG-gebied. Als dat het geval is, knippert de hartslagindicator niet.
geeft, is er een storing in het SpO
de technische dienst van ZOLL.
-alarmstatus en -grenzen (SpO
-gevoeligheid in te stellen) en Gemidd. (wordt gebruikt om de
-middelingsperiode in te stellen). Volg de instructies in de volgende twee gedeelten.
artefacten; observeer de patiënt nauwgezet en continu.
2
R Series-pulsoximetrie (SpO
-bewakingssubsysteem. Neem contact op met
2
en hartfrequentie)
2
-bewakingsfuncties:
2
-bewaking de gevoeligheid Normaal of Hoog kiezen.
2
-metingen gemakkelijker beïnvloed door
2
-gevoeligheidsniveau in te stellen:
-gevoeligheid en druk vervolgens op de softkey
2
)
2
Bewaking van een patiënt
-optie" op pagina 15 voor de
2
11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave