3. Basisbediening
Een foto maken
•
Zet de drivemodus op [
1
Selecteer de opnamemodus.
2
De ontspanknop tot de helft indrukken om
scherp te stellen.
A Lensopening
B Sluitertijd
•
De diafragmawaarde en de sluitersnelheid worden
weergegeven.
(Het zal rood knipperen als de correcte belichting niet
bereikt wordt, tenzij de flitser ingesteld is.)
•
Als het beeld correct scherp gesteld is, zal de foto
gemaakt worden, omdat [Prio. focus/ontspan]
aanvankelijk op [FOCUS] gezet is.
•
De brandpuntaanduiding wordt als [
donkere omgeving weergegeven en het scherpstellen
kan langer duren dan normaal.
Focus
Aanduiding voor de
scherpstelling C
AF-zone D
Geluid
3
Druk de ontspanknop helemaal in (verder
indrukken), en maak het beeld.
] (enkel) door op 4 (
(P61)
] in een
LOW
Wanneer er
scherpgesteld is op het
Biept 2 keer
57
) te drukken.
(P146)
scherpgesteld is op het
object
Aan
Groen
D
C
3.5
3.5
3.5
60
60 60
B
A
Wanneer er niet
object
Knippert
—
—