12. Gebruik van de Wi-Fi-functie
Fotograferen via een smartphone/tablet (remote opname)
1
Verbinding met een smartphone/tablet maken.
(P246)
2
Selecteer [
•
De opgenomen beelden worden in de camera bewaard.
•
Sommige instellingen zijn niet beschikbaar.
•
Het scherm verschilt afhankelijk van het uitvoerende systeem.
•
Als de camera tijdens de opname oververhit raakt door een
hoge omgevingstemperatuur, door een continue filmopname of
door andere omstandigheden die oververhitting veroorzaken,
dan knippert [
]. Als een bericht weergegeven wordt na het
knipperen van [
] zal de camera uit zelfbescherming
automatisch uitgeschakeld worden. Als dit gebeurt zullen
sommige functies uitgeschakeld worden tot de camera afkoelt.
Beelden bewaren die in de camera opgeslagen zijn
1
Verbinding met een smartphone/tablet maken.
2
Selecteer [
3
Versleep een beeld om het te bewaren.
•
Als een beeld aangeraakt wordt, zal de foto vergroot
afgespeeld worden.
•
De functie kan toegekend worden aan de bovenkant, de
onderkant, links of rechts, al naargelang uw voorkeur.
] op de smartphone/tablet.
] op de smartphone/tablet.
(P246)
247