13. Aansluiten op andere apparatuur
•
Een batterij met voldoende batterijstroom of de netadapter (optioneel) gebruiken. Als de
batterijstroom laag wordt terwijl het toestel en de PC communiceren, knippert het statuslampje
en hoort u een alarm.
Sluit de USB-aansluitkabel veilig af.
•
Zet het toestel uit voordat u de netadapter (optioneel) aan- of afsluit.
•
Voordat u een kaart erin doet of verwijdert, het toestel uitzetten en de USB-aansluitkabel
loskoppelen. Anders zouden gegevens beschadigd kunnen raken.
296