6. Instellingen van brandpunt en helderheid (belichting)
Wanneer u [
] selecteert
U kunt de scherpstelpositie op precieze wijze instellen door het scherm te vergroten.
•
De focuspositie kan niet op de rand van het beeldscherm ingesteld worden.
1
Selecteer [
] en druk op 4.
2
Druk op 3/4/2/1 om de focuspositie in te stellen en druk vervolgens op
[MENU/SET].
•
Het hulpscherm voor het instellen van de brandpuntpositie wordt vergroot weergegeven.
•
Het hulpscherm kan ook verplaatst worden door het onderwerp aan te raken.
3
Verplaats [_] naar de brandpuntpositie met
3/4/2/1.
•
De brandpuntpositie kan ook verplaatst worden door het
scherm aan te raken.
•
Door op [DISP.] te drukken, keert de brandpuntpositie terug
naar het midden van het hulpscherm.
•
Op het assistentiescherm is het ook mogelijk om een foto
te maken door [
Veranderen van de weergave van het hulpscherm
[MENU] >
[Voorkeuze] > [Spot AF weergave]
[FULL]:
Vergroot een beeld tot de grootte van het
volledige scherm.
[PIP]:
Vergroot een beeld tot de grootte van een venster
op het scherm.
•
De weergave van het hulpscherm kan ook omgeschakeld worden door aanraking van [
•
Als aan de bedieningsknop gedraaid wordt, kan een foto in [PIP] ongeveer 3 tot 6 keer
vergroot/verkleind worden. In [FULL] kan de foto ongeveer 3 tot 10 keer vergroot/verkleind
worden. De foto wordt vergroot/verkleind met een factor van 1.
•
De weergave kan ook vergroot/verkleind worden door deze op het scherm samen te knijpen/
te spreiden.
] aan te raken.
142
].