9. Stabilisator, zoom en flitser
De flitsoutput aanpassen
Toepasbare modi:
Regel de helderheid van de flitser als de beelden die met de flitser gemaakt zijn over- of
onderbelicht zijn.
1
Selecteer het menu.
[MENU] >
2
Druk op 3/4 om [Flitser instel.] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/
SET].
3
Druk op 2/1 om de flitsoutput in te stellen en druk vervolgens op [MENU/SET].
•
U kunt van [
j
2 EV] tot [
•
Selecteer [n0] om terug te keren naar de oorspronkelijke flitser-output.
•
[
i
] of [
j
] wordt in de flitsericoon op het beeldscherm weergegeven als het flitsniveau
bijgesteld wordt.
Synchroniseren van de output van de ingebouwde flitser en de
belichtingscompensatie
Toepasbare modi:
Als [Auto. belichtingscomp.] in [Flitser] in het [Opname]-menu op [ON] gezet is, zal de
helderheid van de ingebouwde flitser automatisch op het geschikte niveau voor de
geselecteerde belichtingscompensatie gezet worden.
•
Raadpleeg
P157
voor details over de belichtingscompensatie.
Corrigeren van rode ogen
Toepasbare modi:
Wanneer de rode-ogenreductie ([
rode-ogencorrectie telkens uitgevoerd wanneer de flitser gebruikt wordt. Het toestel spoort
automatisch rode ogen op en corrigeert het beeld.
[MENU] >
[Opname] > [Rode-ogencorr]
Instellingen: [ON]/[OFF]
•
[
] wordt op de icoon weergegeven als [ON] ingesteld is.
In deze gevallen niet beschikbaar:
•
Onder bepaalde omstandigheden, kan de rode ogenreductie niet gecorrigeerd worden.
(P37)
[Opname] > [Flitser]
i
2 EV] in stappen van 1/3 EV instellen.
], [
]) geselecteerd is, wordt de digitale
207