6. Instellingen van brandpunt en helderheid (belichting)
Veranderen van de focusmodus die toegekend is aan [AFS] van de hendel van
de focusmodus
[MENU] >
[Voorkeuze] > [AFS/AFF]
[AFS]:
Kent [AFS] toe.
[AFF]:
Kent [AFF] toe.
Wanneer u opneemt met gebruik van [AFF], [AFC]
•
Het kan enige tijd duren om scherp te stellen als u het zoomhendeltje van Wide naar Tele zet
of plotseling van een onderwerp dat ver weg is op een onderwerp dichtbij scherpstelt.
•
Druk de opspanknop opnieuw half in als u niet goed scherp kunt stellen.
•
Terwijl de ontspanknop tot de helft ingedrukt is, zou er trilling op het scherm gezien kunnen
worden.
•
Wanneer de AF-functie ingesteld is op [
verkregen wordt tijdelijk afgebeeld kunnen worden tijdens het half indrukken.
•
Er zal een piep te horen zijn wanneer de scherpstelling voor het eerst verkregen wordt tijdens
het half indrukken.
•
Wanneer de helderheid onvoldoende is voor [AFF] of [AFC], zal de camera werken alsof [AFS]
ingesteld is. In dit geval zal de display veranderen naar de gele [AFS].
In deze gevallen niet beschikbaar:
•
Afhankelijk van de lens die gebruikt wordt, zouden [AFF] en [AFC] niet kunnen werken.
Raadpleeg de website op P19.
•
Als de onderling verwisselbare lens (H-H020A) gebruikt wordt, kunnen [AFF] en [AFC] niet
ingesteld worden
], zou de eerste AF-zone waar de scherpstelling op
137