14. Overige
Flits
De flits is niet geactiveerd.
•
Is de flits gesloten?
> Open de flitser.
(P200)
•
Als de elektronische sluiter gebruikt wordt, is de flitser niet geactiveerd.
> Zet [Sluitertype] op [AUTO] of [EFC].
•
Als [Stille modus] op [ON] gezet is, wordt de flitser niet geactiveerd.
> Zet [Stille modus] op [OFF].
De flits wordt 2 keer geactiveerd.
•
De flitser wordt 2 keer geactiveerd.
De tussentijd tussen de eerste en de tweede flits is langer wanneer de Rode-ogenreductie
(P203)
ingesteld is, dus moet het onderwerp niet bewegen totdat de tweede flits geactiveerd
wordt.
Monitor
De monitor is te helder of te donker.
•
Controleer de [Helderheid scherm]-instelling.
•
Voer [Scherm] uit.
(P47)
Het kan even flikkeren of de helderheid van het beeldscherm kan even
aanzienlijk veranderen.
•
Dit gebeurt door het veranderen van de lensopening wanneer de sluiterknop tot halverwege
ingedrukt wordt, of wanneer de helderheid van het onderwerp verandert. Dit is geen storing.
•
Dit kan vaker gebeuren als een heldere lens, zoals de onderling verwisselbare lens (H-H020A),
gebruikt wordt voor opnames in een helder verlichten buitenomgeving.
Er verschijnen zwarte, rode, blauwe en groene punten op de monitor.
•
Dit is geen storing.
Deze pixels beïnvloeden de opgenomen beelden niet.
Er verschijnt ruis op de monitor.
•
Op donkere plekken kan ruis optreden om de helderheid van de monitor te behouden.
(P48)
331
(P165)
(P184)