11. Beelden afspelen en bewerken
[Locatie vermelden]
De locatie-informatie (lengte-/breedtegraad) die vereist wordt door de smartphone/tablet
kan naar de camera gezonden worden en op de beelden geschreven worden.
Voorbereiding:
Locatie-informatie naar de camera versturen vanaf de smartphone/tablet.
•
U dient "Panasonic Image App" op uw smartphone/tablet te installeren.
•
Lees de [Help] in het "Image App"-menu voor meer details over hoe te werk te gaan.
1
Selecteer het menu.
[MENU] >
2
Druk op 3/4 om de periode te kiezen waarin u wenst locatie-informatie op
beelden op te nemen, druk vervolgens op [MENU/SET].
•
Het bevestigingsscherm wordt afgebeeld. Dit gebeurt wanneer [Ja] geselecteerd wordt.
•
Beelden met locatie-informatie worden aangegeven met [
De opname van locatie-informatie stopzetten
∫
Druk op [MENU/SET] terwijl het op de beelden zetten van de locatie-informatie aan
de gang is.
•
Tijdens een stopzetting, wordt [±] weergegeven.
Kies de periode met [±] om het opnameproces opnieuw te starten vanaf het beeld waar u
gebleven was.
De ontvangen locatie-informatie wissen
∫
1
Selecteer het menu.
[MENU] >
2
Druk op 3/4 om de periode te kiezen die u wenst te verwijderen, druk
vervolgens op [MENU/SET].
•
Het bevestigingsscherm wordt afgebeeld. Dit gebeurt wanneer [Ja] geselecteerd wordt.
•
Er kan alleen locatie-informatie geschreven worden naar beelden die op deze camera gemaakt
zijn.
In deze gevallen niet beschikbaar:
•
De locatie-informatie zal niet op beelden geschreven worden die genomen zijn nadat de
locatie-informatie verzonden is (P248).
•
De locatie-informatie wordt niet geschreven op beelden die opgenomen zijn met
[Opname-indeling] op [AVCHD].
•
Wanneer er onvoldoende vrije ruimte is op de kaart, zou het niet mogelijk kunnen zijn om
locatie-informatie erop te schrijven.
(P37)
[Afspelen] > [Locatie vermelden] > [Locatiegegevens toev.]
(P37)
[Afspelen] > [Locatie vermelden] > [Locatiegeg. wissen]
224
(P245)
].