6. Instellingen van brandpunt en helderheid (belichting)
Opnamen maken met handmatig scherpstellen
Toepasbare modi:
Gebruik deze functie als u een vaste scherpstelling wenstof als de afstand tussen de lens
en het object vast is en u de automatische scherpstelling niet wenst te gebruiken.
De handelingen om handmatig scherp te stellen variëren en zijn afhankelijk van de
lens die gebruikt wordt.
Gebruik van een onderling verwisselbare lens (H-FS12032) zonder focusring
1
Zet de hendel van de focusfunctie op [MF].
2
Druk op 2 (
3
Druk op 3/4/2/1 om de MF-zone te bewegen en
druk op [MENU/SET].
•
De MF-zone kan ook bewogen worden door het scherm
te verslepen (P15).
•
Door op [DISP.] te drukken, zal de MF-zone weer naar
het midden terugkeren.
4
Druk op 2/1 om scherp te stellen.
A Schuifbalk
B MF Assist (vergroot scherm)
C MF-gids
D Peaking
•
Door op 2/1 te drukken en te blijven drukken, zal de
focussnelheid vergroot worden.
•
Het scherpstellen kan ook uitgevoerd worden door de
schuifbalk te verslepen.
•
Door aan de bedieningsknop te draaien, zal MF Assist
groter/kleiner worden.
•
Als [Peaking] in het [Voorkeuze]-menu op [ON] gezet is,
worden de scherp gestelde delen geaccentueerd.
•
Het instellingenscherm van de MF-zone kan
weergegeven worden door op 4 te drukken.
).
147
B
D
AF
A
C