TAAL
INSTELLINGEN VOOR DE WAL
INTERFACE INSTELLINGEN
PROEFVAART INSTELLINGEN
SERVICE
INSTELLINGEN
SW
1.2.02
Oct 29 2004
Nee
Ja
GPS1
J50-1
GPS2
-----
Input:
ECS1
-----
ECS2
-----
-----
GYRO1 -----
J50-1
J50-2
GYRO2 -----
THD1
-----
NI300-1
THD2
-----
NI300-2
NI300-3
MAGN1 -----
MAGN2 -----
NI300-4
FLUX1 ROBNET
FLUX2 J50
WIND
J50-1
DEPTH J50-1
LOG
J50-1
INSTR J50-1
Input:
RADAR SIMRAD
-----
J50-1
J50-2
NI300-1
NI300-2
NI300-3
NI300-4
Attentie !
WIND
J50-1
DEPTH J50-1
LOG
J50-1
1 Hz
INSTR J50-1
RADAR SIMRAD
Output
1 Hz
5 Hz
VDR
20221123 / B
Het Interface Set-up Menu biedt de namen aan voor toewijzing
aan hardware invoer of uitvoer poorten. Elke afgekorte naam
wordt dan op de juiste locaties van het USER SETUP MENU
(zie Bedieningshandboek) gepresenteerd om de gebruiker keuze
te bieden uit data bronnen of de AP50 bekend te stellen met de
locatie van uiteenlopende soorten data.
Als u een afgekorte naam aan een hardware poort toewijst dan
vertelt u de AP50 simpelweg dat na keuze door de gebruiker van
een afgekorte naam gezocht moet worden naar data bij die
hardware poort welke aan deze naam is toegewezen
Aanbevolen wordt om na voltooiing van de Interface Set-up de
configuratie te noteren in de Interface Setup Tabel op pag. 58.
Scroll naar het Interface gedeelte van het Installatie menu.
Draai de koersknop rechtsom voor toegang tot de Interface Set-
up items.
Het display toont nu de eerste naam uit de lijst. Leg de hardware
poort vast waar dat apparaat op aangesloten is door draaien van
de koersknop totdat de bijbehorende poort wordt gedisplayed.
Vervolg met de namen die toegewezen moeten worden door
(STBD) te toetsen. Blijf met de koersknop hardware poorten
toewijzen of verlaat het menu door met de
de lijst met namen te scrollen.
Na voltooiing van de Interface Setup zijn de namen, zoals aan
hardware poorten toegewezen, beschikbaar in het Gebruiker
Setup Menu als data bronnen voor kompas, navigatie en
snelheid. Aanbevolen wordt om direct na voltooien van de
Interface Setup naar het Gebruiker Setup Menu te gaan om de
gewenste data te selecteren. Zie het Bedieningshandboek voor
details over wijzigen van items in het Gebruiker Setup Menu.
Het standaard NMEA uitvoer tempo is 1 Hz. Als INSTR J50-1
wordt ingesteld op 5 Hz dan krijgt uitvoer poort TX! een uitvoer
tempo van 5 Hz voor HDG of HDT (koers) berichten. NMEA
OUTPUT 2 op J50 heeft een constant tempo van 10 Hz voor
HDG of HDT. Zowel poort 1 als 2 zenden nog steeds HDM met
1 Hz. HDM is verouderd maar oudere apparatuur kan hier nog
steeds gebruik van maken (zie tabel op pagina 107)
Als INSTR is ingesteld op VDR, dan worden roer commando,
respons en koers data, conform IEC61996, aangeboden in de
HDT en RSA regels met een frequentie van 5 Hz.
Software Set-up Procedure
(STBD) toets langs
57