Simrad AP50 Autopilot
Attentie !
32
Het RC25 Kompas kan dwarsscheeps of langsscheeps op het
dek of tegen een schot worden gemonteerd. De koers correctie
voorziening in de AP50 biedt compensatie voor mechanische
afwijkingen ontstaan door locatie en oriëntatie van de RC25.
Als de RC25 zodanig tegen het dek of een schot gemonteerd
wordt dat de kabeluitvoer naar achteren wijst dan zal weinig of
geen correctie noodzakelijk zijn. Wijst de kabeluitvoer echter
naar voren dan is een 180º correctie vereist.
Als de RC25 langsscheeps op een schot wordt gemonteerd dan
is een +90º of –90º correctie vereist, afhankelijk van het feit of
het een bakboord of stuurboord zijde van het schot betreft.
Kies een locatie die een solide montage mogelijkheid biedt, vrij
van vibratie en zo dicht mogelijk bij het rol- en stamp centrum
van het schip, b.v. dicht bij de waterlijn. De afstand tot storende
magnetische invloeden van motoren (minimaal 2 meter), motor
ontstekingskabels, airconditioning, koelkast grote objecten van
metaal en vooral de aandrijf unit dient zo groot mogelijk te zijn.
Gebruik de meegeleverde montage kit en boor gaten via het
centrum van de sleuven in de sensor of de montage beugels.
De TOP van de RC25 is de kant met opdruk. Monteer het
kompas nooit ondersteboven. Monteer de sensor in een zo
horizontaal mogelijke positie.
RATE
COMPASS
Figuur 2-26 RC25 aansluiting op autopilot control unit
• Verbind de Robnet connector met de AP50 Control Unit (of
GI51 of NI300X, indien geïnstalleerd.
• Als geen vrije aansluiting beschikbaar is, snij de connector
dan van de kabel en sluit de aders parallel aan met de draden
tussen de control unit en de junction unit. De gele en groene
ader mogen in geen geval worden aangesloten maar dienen
vrij gehouden te worden van het chassis of de aansluitklem.
AP50
CONTROL
UNIT
20221123 / B