Attentie !
20221123 / B
Elektrische installatie
De kabels worden via kabel tules naar binnen gevoerd. Ter
vermijding van mechanische beschadiging kunt u desgewenst
van een kabelgoot tussen de roer feedback unit en de junction
unit of roerhoek indicator gebruik maken. In het bekabeling
diagram wordt de elektrische aansluiting weergegeven. De kabel
afscherming dient op de interne aardklem te worden aangesloten
(zie Figuur 2-8).
De feedback unit is voorzien van een externe aardklem en dient
deugdelijk op een aardpunt van de romp te worden aangesloten.
De aardkabel dient zo kort mogelijk en tenminste 10 mm breed
te zijn (type gevlochten strip).
De voeding van de RF14XU kan worden betrokken vanuit de
roerhoek indicator voeding of rechtstreeks vanuit de junction
unit van de stuurautomaat. Bij een aangesloten roerhoek
indicator wordt de RF14XU via de roerhoek indicator van
stroom voorzien. Als het voltage van de roerhoek indicator
uitvalt of de roerhoek indicator niet is aangesloten op de
RF14XU dan wordt de feedback unit rechtstreeks vanaf de
stuurautomaat gevoed. De omschakeling komt automatisch tot
stand.
Als de RF14XU wordt aangesloten op roerhoek indicators en de
indicators worden gevoed door een ongefilterde 24V voeding
dan dient de meegeleverde 470µF condensator op beide
klemmen van de voeding te worden aangesloten. Zonder deze
condensator kan een deviatie optreden tussen de stuurautomaat
feedback middenpositie referentie en die van roerhoek
indicator(s). Het kan noodzakelijk zijn om de schaal van de
roerhoek indicators aan te passen. Zie Figuur 2-9, noot 2.
Installatie
13