6 TECHNISCHE SPECIFICATIES
6.1 AP50 Autopilot Systeem
Type Schip:........................................................................................................Motorjacht
Typen besturing systeem: .........................................Hydraulisch, Mechanisch, Solenoïde
Onderlinge unit aansluiting: ......................ROBNET netwerk of tweedraads toevoer/data
Aantal Robnet units in een systeem:..............................................................Zie pagina 27
Systeem AAN/UIT: ......................................................... Vanuit control units/Master unit
Voeding voltage:..........................................................................12-32 VDC –10%/+30%
Stroomverbruik:.......................Afhankelijk van systeem configuratie (Zie Junction Unit)
EMC bescherming: ..............................................................................EN60945 : 1996-11
Prestatie: .........IMO A.822(19), ISO/CD16329.2, IMO MSC(64)67, ISO 11674:2000(E)
Draaisnelheid: Binnen ±10% van de preset waarde of 3º/min. (Ref. ISO 11674: 4.3.7)
Koers indicatie fout:........................................................<0.5° (Ref. ISO 11674: 4.3.5)
Koers stabiliteit: ..................................................Binnen ±1º (Ref. ISO 11674: 4.3.13)
Automatische Besturing regeling:
Roer Aandrijving: ......Proportionele pomp of solenoïde aan/uit, proportioneel ventiel,
Parameter selectie: ........................................... Automatisch met handmatige voorrang
Zeegang regeling: ......................................................................Adaptief zeegang filter
Taal selectie: .......... Engels, Duits, Frans, Spaans, Italiaans, Nederlands, Zweeds, Noors.
Elektronische Interface:.......................................................................................................
Navigatie interface:......................................................... Standaard (NMEA 0183)
NMEA invoer/uitvoer poorten:...... Max. 6 (zie junction units en NI300X spec's.)
Optionele uitvoer: ........................... Anritsu en Furuno radar display (clock/data)
Zie ook NMEA regels tabel pag. 106.
Koers sensoren:............................Gyro Kompas, Fluxgate Kompas, Magnetisch Kompas
Koers Selectie:.............................................................Roterende koers knop en druktoets
Alarmen: ...............................................................Akoestisch en visueel, optioneel extern
Alarm modes: .............. Kompas verschil, koersafwijking, systeem storing, overbelasting
Stuur modes: .................STANDBY, Non-follow up, Follow-up, AUTO, AUTO-WORK
Speciale Bocht mode: ................................... Uitwijken, U-Bocht, C-Bocht (5-360°/min.)
Systeem schakelaar autopilot/manueel besturing systeem: ............. Potentiaalvrij contact
20221123 / B
Technische Specificaties
NMEA Kompassen, Koers zend unit(THD)
analoog
NAV, NAV-WORK
91