1 ALGEMENE INFORMATIE
1.1 Inleiding
20221123 / B
Het AP50 systeem is gemaakt en beproefd volgens het Europese
Directief 96/98 voor Scheepsapparatuur. Ingevolge deze testen is
gebleken dat het AP50 systeem voldoet aan het hoogste test
niveau dat bestaat voor huidige niet-miltaire scheepselektronica.
Het Europese Scheepsapparatuur Directief 96/98/EC (MED)
zoals gewijzigd voor schepen onder EU of EFTA vlag geldt
voor alle nieuwe en bestaande schepen die voorheen niet met
dergelijke apparatuur waren uitgerust en voor schepen die van
nieuwe apparatuur worden voorzien.
Dit betekent dat alle systeem onderdelen van de installatie, zoals
aangegeven in bijlage A1, type conform goedgekeurd dienen te
zijn en het "Wheel Mark" moeten dragen dat als symbool geldt
voor conformiteit met het Directief Scheepsapparatuur.
De AP50 kan ook op schepen worden geïnstalleerd die niet aan
het Directief voor Scheepsapparatuur behoeven te voldoen maar
wil men toch hieraan voldoen dan dient één AP50 control unit
als "master unit" te worden ingesteld overeenkomstig de eisen
van een goedgekeurde installatie. Simrad is niet aansprakelijk
voor het onjuiste installeren of gebruiken van de AP50 en het is
dan ook essentieel dat degene, die belast is met de installatie,
bekend is met de eisen en zich vertrouwd maakt met het gebruik
en de installatie zoals uiteengezet in dit handboek.
Het doel van het Scheepvaartapparatuur Directief is bevordering
van veilige zeevaart en voorkoming van milieu verontreiniging
door de eenduidige toepassing van een relevante internationale
regelgeving gerelateerd aan apparatuur, opgesomd in bijlage A1.
Er bestaan in de standaarden/codes veel gemeenschappelijke of
vastgelegde interface eisen waardoor systeem integratie en het
integraal certificeren leidt tot meer efficiëntie en effectiviteit bij
het bewaken van veiligheid, milieu zaken en kwaliteit.
Het Scheepvaartapparatuur Directief maakt ook deel uit van de
Internationale Safety Management Code (ISM). De ISM code
werd in 1994 als nieuw hoofdstuk IX toegevoegd aan SOLAS
en is verplicht voor passagiersschepen, gebouwd vóór 1 juli
1998 en olietankers, chemische tankers, gas tankers, bulk
vrachtvaart en hoge snelheid vrachtvaart vanaf 500 bruto
tonnage of meer, gebouwd vóór 1 juli 1998, en overige
vrachtschepen en mobiele offshore boorinstallaties vanaf 500
bruto tonnage en meer, gebouwd vóór 1 juli 2002.
Installatie
1